Deductie
Dit is zeg maar de meest
klassieke bewijsmethode. Je begint met een aantal aannames, en redeneert van
daaruit rechtstreeks naar de te bewijzen stelling toe. De wiskundige Gauss
bewees al op jonge leeftijd de volgende stelling:
Gauss bewees deze stelling als
volgt:
|
1 + 2 +
3 + ... + (n - 2) + (n - 1) + n =
1 + n + 2 + (n - 1) + 3 + (n - 2) + ... =
{1 + n} + {2 + (n - 1)} + {3 + (n - 2)} + ... =
{n + 1} + {n + 1} + {n + 1} + ... =
½ • n • (n + 1)
|
(herrangschikken)
(paarsgewijs samennemen)
(hier staan ½n termen)
QED!!! |
Voor oneven n gaat het
bewijs ongeveer hetzelfde. Zoek het zelf maar uit.
Deze formule heeft trouwens nog een grappig gevolg, en dat is:
Een aantal personen speelt een halve competitie. Noem Wk
het aantal winstpartijen van speler k en Vk het
aantal verliespartijen van speler k (gelijkspel is niet mogelijk)
Dan geldt altijd:
W12 + W22 +
... = V12 + V22
+ ..... |
|
Het bewijs gaat weer
deductief. Probeer het zelf maar. Als het echt niet lukt staat het antwoord hier.
|