© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

       
Stelsels Niet-Homogene Differentiaalvergelijkingen
       
De niet-homogene vergelijking is in het algemeen te schrijven als:
       

Y'  = A • Y + R

       
Daarbij is Y' = A • Y   de homogene vergelijking en is A een 2 ´ 2 matrix en zijn Y' en Y en R vectoren.
We weten intussen uit de vorige lessen hoe we oplossingen van de homogene vergelijking kunnen vinden, en ook dat de algemenen oplossing een combinatie is van de oplossingen van de homogene vergelijking plus een particuliere oplossing.
Het gaat er in deze les om. om die particuliere oplossing te vinden.

Voor "gewone" tweede orde differentiaalvergelijkingen hadden we twee manieren om een particuliere oplossing van een niet-homogene vergelijking te vinden. Dat waren de volgende twee:
       
1.  Onbepaalde coëfficiënten.     Dat stond in deze les.
  Je gokte gewoon een particuliere oplossing (daarbij goed kijken naar het niet-homogene deel R). 
Bij eax was dat meestal  P • eax  en bij sinax  was het meestal  P • sinax + Q • cosax
Door in te vullen in de hele differentiaalvergelijking kun je dan die onbepaalde coëfficiënten P en Q vinden.
       
2.  Variatie van parameters.  Dat stond in deze les.
  Probeer  y = c1y1 + c2y2
Als je dan eist dat  c1' • y1 + c2' • y2 = 0  dan hou je over  c1' •  y1'  + c2'  •  y2'  + r = 0   en uit die twee vergelijkingen kun je  c1' en c2' oplossen, die je daarna hopelijk kunt primitiveren om c1 en c2 te vinden.
       
Nou, bij stelsels vergelijkingen  gaat het eigenlijk precies zo!!!
Het enige verschil is, dat die coëfficiënten c,  P en Q nu allemaal vectoren zijn in plaats van gewone functies.
       
Onbepaalde coëfficiënten.
       
Kijk maar naar het volgende voorbeeld en waarschijnlijk wordt alles wel duidelijk (bedenk dat hoofdletters steeds vectoren/matrices zijn)

voorbeeld:   Los dit stelsel op:   y1' = y1 + 2y2 + x  en    y2' = 3y1 + 2y2 - 2x
Dat kun je natuurlijk ook zo noteren:

Laten we die matrix en die vector een naam geven:   Y ' = A • Y  + x • R
Voor het oplossen van de homogene vergelijking laten we dat laatste stuk  x • R  weg, en moeten we de eigenwaarden en eigenvectoren van matrix A zoeken.  Dat doe je zelf maar; er komen eigenwaarden  l = 4 en l = -1 uit, en de algemene oplossing van de homogene vergelijking is:

       
En nu de particuliere oplossing nog eventjes eraan toevoegen.....
Omdat dat homogene stuk lineair is  (x en  -2x)  proberen we een particuliere oplossing van de vorm  Y = xP + Q
Daarbij zijn P en Q ook weer vectoren natuurlijk.
Dat geeft  Y ' = P  en dat kun je invullen in de oorspronkelijke differentiaalvergelijking:
P = A • (xP + Q) + xR
Neem de stukken met x bij elkaar en de losse resten ook:    x(AP + R) + (AQ - P) = 0
Omdat dat voor elke x moet gelden, moeten beide termen afzonderlijk nul zijn, dus  AP + R = 0  en   AQ - P = 0
       

Dat geeft  p1 + 2p2 + 1 = 0  en   3p1 + 2p2 - 2 = 0  met als oplossing  p1 = 3/2  en  p2 =  -5/4   (makkie!)

Dat geeft  q1 + 2q2 - 3/2 = 0  en   3q1 + 2q2 + 5/4 = 0  met als oplossing  q1 = -11/8  en  q2 = 23/16

       
Variatie van Parameters.
       
De oplossingen van de homogene vergelijking zijn nu    eλ1x C1  en  eλ2xC2  waarbij die λ's de eigenwaarden van A zijn, en die C's de bijbehorende eigenvectoren. Laten we deze homogene oplossingen samen in één 2 × 2 matrix H zetten, zodat elke kolom van H een oplossing is van de homogene vergelijking.

Probeer nu als particulier oplossing  YP = H • X  met C nog één of andere onbekende vector.
Dan is de afgeleide (met de productregel):   YP' = H ' • X + H • X' 
Vul nu de formules voor YP en YP' in de oorspronkelijke differentiaalvergelijking in:
Dat geeft   H' • X + H • X' = A • H • X + R    ....(1)

Maar omdat  H een oplossing van de homogene vergelijking is, geldt dat   H' = A • H  dus  HX = A• HX
Dan vallen  in vergelijking (1)  die twee stukken HX en AHX tegen elkaar weg en blijft er over:   H • X'= R
       

 YP = H • X  geeft  H • X' = R

       
Die laatste geeft ons de mogelijkheid om X' te berekenen, namelijk door beide kanten met H-1 te vermenigvuldigen.
Dat geeft  X'  = H-1 • R en vervolgens is X te vinden als we die X' kunnen primitiveren.
       

 X =  ∫ H-1• Rdx   (en dan is  YP = H • X)

       
Hopelijk lukt dat allemaal.
(die inverse H' vinden lukt trouwens zeker wel, want we weten al dat H was opgebouwd uit onafhankelijke oplossingen dus heeft H determinant ongelijk aan nul).
       
Uitgeschreven voorbeeld   Los op   y1' = 2y1 + 2y2 + 3ex    en   y2'7y1 - 3y2 + 4e2x   

De algemene oplossing van de homogene vergelijking  is:  (los dat zelf maar op, dat kun je wel intussen)

We gaan nu  Yp = H • X  proberen.
Je kunt nu direct die X vinden door  X =  ∫ H-1• Rdx  van hierboven te gebruiken. Voor de grap gaan we het één keer toch nog uitschrijven zodat je ietsje beter ziet wat er nou precies gebeurt.
Komt ie:  


Vul nu  YP = H • X  in de oorspronkelijke differentiaalvergelijking in  (met de productregel voor YP' ):

Omdat H een oplossing van de homogene vergelijking is, zijn de eerste term aan de linkerkant en die eerste term aan de rechterkant aan elkaar gelijk en vallen ze weg  (immers Y' = AY), zodat overblijft:

Vermenigvuldig nu beide kanten met de inverse van die eerste matrix. (Die H-1  geef ik zonder uitleg:  schoonvegen, weet je nog?  Staat  hier. )
       

En nu nog even H-1R primitiveren: 

Dat geeft dan eindelijk de particuliere oplossing  YP =  H • X:

 
De algemene oplossing is dan:  
   

 

       

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)