|
 |
|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|
|
|
1. |
Examenopgave HAVO
Wiskunde A, 2022-II |
|
|
|
|
|
Voor de vier langste afstanden worden de persoonlijke recordtijden
van alle 86 schaatssters omgerekend naar de gemiddelde tijd per 500
meter. Deze omgerekende tijden zijn weergegeven in boxplots. Zie de
volgende figuur. |
|
|
|
|
|
 |
|
|
|
|
|
Als je de
boxplots onderling vergelijkt, dan kun je met behulp van het
formuleblad concluderen dat er een groot verschil is tussen de
omgerekende tijden op de 1500 meter en die op de 10 000 meter. Er
zijn meer afstanden waarbij er sprake is van een groot verschil.
Noem elk
tweetal afstanden waarbij er sprake is van een groot verschil tussen
de omgerekende tijden. Licht je antwoord toe. |
|
|
|
|
|
|
|
 |
|
|
|
|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|