|
|||||||||||||||||||||||||||
Meer opgaven | |||||||||||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||||||||||
1. |
Hieronder staat voor een heel jaar hoeveel dagen er in de week regen is
gevallen. Bepaal van deze frequentieverdeling de modus, de mediaan en het gemiddelde. |
||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||
2. | Van een aantal 400 m lopers is direct na een gelopen wedstrijd gemeten hoeveel minuten de hartslag nog boven de 120 was. | ||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||
a. | Stel dat de laatste
groep 11 zou
zijn in plaats van 10 of meer. Bereken in dat geval de modus, de mediaan en het gemiddelde. |
||||||||||||||||||||||||||
b. | Welk van de drie berekende getallen uit de vorige vraag zou veranderen als er in plaats van "10 of meer" ook 10, 11, 12 enz zou hebben gestaan? | ||||||||||||||||||||||||||
c. | Welk getal moet er in plaats van "10 of meer" staan als het werkelijke gemiddelde gelijk blijkt te zijn aan 8,33? | ||||||||||||||||||||||||||
3. | GGZ van Friesland heeft bij een aantal basisschool groepen gekeken hoeveel van de kinderen fruit mee hadden gekregen naar school. | ||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||
a. | Bereken de modus, de mediaan en het gemiddelde. | ||||||||||||||||||||||||||
De GGZ heeft bij deze
controles ook het aantal kinderen dat géén fruit mee kreeg bijgehouden. Dat gaf deze tabel: |
|||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||
b. | Wat kun je zeggen over de grootte van de basisschoolgroepen? | ||||||||||||||||||||||||||
c. | Hoeveel procent van alle leerlingen kreeg fruit mee naar school? | ||||||||||||||||||||||||||
4. | Van twee
batterijsoorten, Duracell en Varta is gemeten hoe lang de
AA-batterijen bij normaal gebruik meegingen. De resultaten van het
onderzoek staan in het onderstaande stapeldiagram. De tijd die in de staven van het diagram staat is in maanden. |
|
|||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||
In deze figuur kun je bijvoorbeeld zien dat ongeveer 40% van de Varta batterijen meer dan 56 maar minder dan 66 maanden meegingen. | |||||||||||||||||||||||||||
a. | Hoeveel procent van de Duracell batterijen gaat meer dan 56 maanden mee? Licht je antwoord toe. | ||||||||||||||||||||||||||
b. | Toon met behulp van een berekening met de klassenmiddens aan dat de gemiddelde levensduur van een AA-Duracell batterij meer dan 55 maanden is. | ||||||||||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||||||||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |