© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

Wanneer welke Toets?
       
Er zijn er nogal wat!
Een heel leger statistici staat voor je klaar. Ze trappelen van ongeduld om jou te helpen!!!
Kijk maar:  zien ze er niet dolenthousiast uit?
       

       
Wie van deze kanjers je in de arm moet nemen hangt af van de manier waarop je je onderzoek hebt ingericht. 
Wat is er gemeten? Op welke manier?  Bij welke groepen? Wat waren de mogelijke uitkomsten? Ga zo maar door........
Om een beetje duidelijkheid te krijgen  moet je de volgende eigenschappen van je onderzoek eerst bekijken.

1. Continu of Discreet?

2. Normaal verdeeld of niet?

5.  Eén groep of meerdere groepen?

1. Nominaal of ordinaal?
Het Latijnse nomen betekent "naam". Een nominale variabele is dan ook een variabele die een naam heeft.
Denk aan het geslacht  (man/vrouw) van iemand, of de sport die iemand beoefent (voetbal, hockey, volleybal enz.)

Een ordinale  variabele is een variabele die een waarde heeft waar je een logische volgorde in kunt aanbrengen. Dat is natuurlijk bij getallen zo, maar het kan ook bijvoorbeeld bij enquêtevragen die beantwoord zijn met: "helemaal mee eens/deels mee eens/deels mee oneens/helemaal mee oneens" (dat heet een Likertschaal).
Denk erom dat de volgorde wel logisch moet zijn en niet zelf verzonnen. Als ik bij de variabele geslacht de eigenschap "man" een cijfer1 geef en "vrouw" een cijfer 2, dan is die variabele daarmee nog niet ordinaal geworden.
       
2. Onafhankelijk of gepaard?
Gepaarde metingen zijn metingen die aan dezelfde persoon of aan het zelfde "geval"  zijn gemeten. Gepaarde metingen zijn altijd op de één of andere manier gekoppeld aan een andere meting, en zouden elkaar dus kunnen beïnvloeden. Metingen die dat niet hebben zijn onafhankelijk.
       
3.  
       
       
  1 groep 2 groepen meer groepen
gepaard ongepaard gepaard ongepaard
continu normaal.

1.  z-toets
2.  t-toets

t-toets (gepaard) t-toets (niet gepaard) linear mixed ANOVA
niet  normaal. tekentoets
(med)
tekentoets Wilcoxon
(Mann-Whitney)

Friedman

Kruskal-Wallis
discreet dichotoom.

p-toets.

1.  McNemar
2.  tekentoets

1.  χ2
2.  Fisher

Cochran χ2
nominaal.   χ2
kruistabellen
kruistabellen χ2  
ordinaal.   Spearman? Kendall?
Wilcoxon signed rank
Cramers V?
   
       
Vragen die je soms eerst moet beantwoorden:
Is deze verdeling normaal?  ⇒  Gebruik de  Kolmogorov-Smirnov-test.  of de  χ2-test
Hebben deze twee normale verdelingen dezelfde variantie?  ⇒   Gebruik de F-test. (ANOVA)
       
       
       
  OPGAVEN
       
1. Hieronder staat een aantal keer de opzet van een onderzoek gegeven. Beslis voor al die gevallen welke toets(en)  je zou kunnen gebruiken.
       
  a.  
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       
       

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)