Niet-constante Coëfficiënten.

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

       
Tweede orde differentiaalvergelijkingen   y'' + py'  + qy + r = 0 waarbij de coëfficiënten p en q niet constant zijn, maar functies van x, zijn in het algemeen te moeilijk om op te lossen.
Maar er is een handige eigenschap van Laplace-transformaties die het in sommige gevallen toch mogelijk maakt een oplossing te vinden.

Je ziet die eigenschap als je de Laplace-transformatie F(s) gaat differentiëren naar s:
       
       
Als de functie f een beetje "normale" functie is (wat dat precies betekent, daar zullen we het later nog wel eens over hebben) dan mag je dat differentiëren en integreren ook wel verwisselen:
       
       
Nou is het enige stuk onder die integraal dat van s afhangt de factor e-st.  De afgeleide daarvan (denk erom:  s is de variabele) is dan  -te-st .  Dat geeft het volgende:
       
       
Maar als je nu  t • f(t) als één functie beschouwt, dan staat daar helemaal rechts de Laplace-transformatie van tf(t):
       
       
Een interessant resultaat dat de moeite waard is te onthouden:
       

       
Natuurlijk kun je nu wéér vermenigvuldigen met t, en dat geeft dan  L(t2f) = L(t • (tf)) = -d/ds L(tf) = d/dsd/ds L(f)  en zo krijg je de tweede afgeleide van F(s) en ga zo maar door.....
Dat geeft de algemene regel:   L(tnf) = (-1)n • F(n)(s).  Waarbij met F(n)  wordt bedoeld  "de n-de afgeleide".

Dit is een nuttige eigenschap om te gebruiken in sommige differentiaalvergelijkingen met niet-constante coëfficiënten.
Als je de eigenschap in het kader hierboven gebruikt met f '  in plaats van f, dan staat er:
L(xf ' ) = -d/dsL(f ' )  = -d/ds(s • F - y(0)) = (met de productregel) =  -s • F' - F - 0 = -s • F' - F    
Dat kun je soms handig toepassen in differentiaalvergelijkingen. Kijk maar:


Erg Eenvoudig Voorbeeld 1.    Los op:   xy'' + y' = 2  met  y(0) = 4 en y'(0) = 2

 
-2sF - s2F' + sF = 2/s    -s2F'  - sF = 2/s  Þ  F' + 1/sF = -2/s3 
Dat is een eerste orde differentiaalvergelijking voor F! En die kunnen we al!!
De integrerende factor is  h = e∫(1/s)ds  = elns = s
Terugtransformeren geeft  f(x) = c + 2en omdat y(0) = 4 is ook c = 4  dus is de oplossing  y = 2x + 4
       
Uitgebreid Voorbeeld 2.   Los op:  xy'' - xy' + y = 2  met  y(0) = 2 en y'(0) = 3.
       
L(xy'') = -2sF - s2F' + y(0)
L(xy' ) = -s • F' - F 
L(y) = F
L(2) = 2/s
Dat geeft allemaal samen   -2sF - s2F' + 2 +  s • F' + F + F = 2/s
F' (-s2 + s) + F(-2s + 2) = 2/s - 2
F' s • (1 - s) + F • 2 • (1 - s) = 2 • (1-s)/s  
F' • s  + 2F  = 2/s
F'  + 2/sF = 2/s2
Het is weer een vrij eenvoudige eerste-orde vergelijking geworden.
Integrerende factor is  e∫(2/s)ds = e2lns = s2
Terugtransformeren geeft  f(x) = cx + 2  en  y'(0) = 3 geeft dan  c = 3 dus de oplossing is  y = 3x + 2 
       
       
         

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)