|
|||||
| 1. |
Iemand
loopt in onderstaand rooster via een kortste route van S naar F. In A staat een fles cognac, in P én in Q staat een fles wijn |
||||
|
|
|||||
| a. | Op hoeveel manieren kan het als hij de fles cognac moet meenemen? | ||||
| b. | Op hoeveel manieren kan het als hij één fles wijn én de fles cognac moet meenemen? | ||||
| 2. | Iemand loopt in het
rooster hiernaast van P naar Q. In R en S staat een fles water. op hoeveel manieren kan hij op de kortste manier van P naar Q lopen als hij een fles water wil meenemen? |
|
|||
| 3. | Een fietser rijdt 's
avonds zonder licht door een wijk met een rechthoekig stratenplan zoals
hiernaast De fietser rijdt via een kortste route van "in" naar
"uit" Op de kruisingen met een stip is politiecontrole, dus als de fietser daar komt zal hij een bekeuring krijgen. Hoeveel mogelijk routes zijn er voor de fietser om géén bekeuring te krijgen? |
|
|||
|
|||||
 |
|||||
|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|||||
