Dit is ons probleem als we m = a substitueren:


Deze vergelijking is gelukkig separabel:



Het eerste probleem is de primitieve van het linkerlid te vinden. 
Oké; ik geef het toe: hier kwam ik niet uit.
Ik heb het (tot mijn schande) in een tabel moeten opzoeken. 
De primitieve van het linkerlid is  ln(w +
Ö(1 + w2))

Primitiveren geeft dan:


Ik ben overal nogal slordig met absolute waardes; alles is gewoon groter dan nul, controleer dat zelf maar.
c
2 is een integratieconstante.

Beide kanten de exponent nemen:


De voorwaarde w = 0, x = 0  levert  de waarde van c3

Substitueren in de vergelijking:

Breng nu w naar de andere kant, en kwadrateer beide zijden; dat geeft:


De termen w2 vallen tegen elkaar weg. Laten we vervolgens w gaan isoleren:

Maar bedenk dat w = dy/dx. Dus laten we wéér primitiveren:

De factor -a komt van de kettingregel, c4 is weer een integratieconstante.
Bedenk dat  1 - 1/c = ( - 1)/c  en dat  1 + 1/c = (c + 1)/c.  Herrangschikken geeft dan:


Tussen accolades vermenigvuldigen we nu de eerste term met (c-1)/(c-1) en de tweede met (c+1)/(c+1)
Dat geeft:


Nu c4 nog:  we weten dat als x = 0 dat y = 0. Invullen geeft:

En ja hoor, daar is 't ie dan: