| 
                
  | 
          
          
             | 
          
          
            Dat gaat als volgt:
              
                
                  
                     | 
                   
                  
                    
                      
                        
                          
                            | 
                               Geef in bovenstaande rij de
                              eerste €1, de tweede €2,  de derde €3,
                              .... 
                              De laatste (de korfballer uit klas 6) krijgt dus
                              €24. 
                              Nu weet ik zeker dat morgen elk team evenveel geld
                              zal hebben!!!!  | 
                           
                         
                       
                     | 
                   
                  
                     | 
                   
                 
               
              Hé??? Wáááát??? Waarom  is dat
              dan zo?????  | 
          
          
             | 
             | 
          
          
            Dat kun je zien door de 24
              deelnemers in een (4 × 6) matrix te zetten zoals hiernaast. 
                
              Het geld wordt dan door mij verdeeld als in de onderste
              matrix M. 
               
              Laten we de beide teams die gekozen zullen gaan worden GEEL en
              ROOD noemen.  
              Het doet er niet precies toe in welke volgorde de deelnemers
              gekozen zullen gaan worden, ik weet wel dat na afloop als de teams
              bekend zijn, er in elke rij precies 3 gele en 3 rode deelnemers
              staan, en in elke kolom precies 2 gele en 2 rode. 
               
              Een mogelijke teamindeling zou die hieronder kunnen zijn:  | 
            
                
  | 
          
          
             | 
             | 
          
          
            | 
                
  | 
          
          
             | 
             | 
          
          
            Even snel controleren:  geel
              heeft  1 + 4 + 5 + 7 + 8 + 12 + 15 + 17 + 18  +20 + 21 +
              22 = €150 
              Nee maar; het lijkt inderdaad te kloppen. 
               
              Waarom klopt dit altijd?
              Dat kun je het beste zien door matrix M als volgt te
              splitsen in twee matrices A en B, zodat M = A + B:  | 
          
          
             | 
             | 
          
          
            | 
                
  | 
          
          
             | 
             | 
          
          
            Verdeel het geld van M dus over A en
              B zoals aangegeven. 
              
                
                  
                    | • | 
                    Van matrix A zullen in elke
                      kolom twee getallen geel zijn en twee rood, immers van
                      elke klas moet elk team 2 deelnemers hebben. Het geld uit
                      A wordt dus gelijk over de teams verdeeld. | 
                   
                  
                     | 
                     | 
                   
                  
                    | • | 
                    Van matrix B zullen in elke
                      rij drie getallen geel zijn, en drie rood, immers van elke
                      sport moet elk team drie deelnemers hebben. Het geld uit B
                      wordt dus óók gelijk over de teams verdeeld. | 
                   
                 
               
             | 
          
          
             | 
             | 
          
          
            | Als zowel het geld uit A als het
              geld uit B gelijk verdeeld wordt over beide teams wordt dus ook
              het totale geld gelijk over beide teams verdeeld. | 
          
          
             | 
             | 
          
          
            Er zijn veel meer raadsels die
              neerkomen op "handig tellen in een matrix". 
              De bekendste matrix is natuurlijk...... het schaakbord!!! | 
          
          
             | 
             | 
          
          
            | 2.  Een even
              aantal stukken op zwart. | 
          
          
             | 
             | 
          
          
            | Op een schaakbord staan op een
              gegeven moment in elke rij én in elke kolom een oneven aantal
              schaakstukken.
               Bewijs dat er dan altijd op alle zwarte velden samen een
              even aantal stukken staat. 
              Voor het bord hiernaast klopt het in ieder geval wél: 14
              stukken op een zwart veld. 
              
             | 
              | 
          
          
             | 
             |