VWO Wiskunde I, 1976 - II

 

Vraagstuk 5 was alleen bedoeld voor in 1975 afgewezen kandidaten. Zij behoefden vraagstuk 4 niet te maken.
       
1. Voor elke pℝ  is de functie fp  van  ℝ naar ℝ gegeven door:
    x  →  x3 - px2 + 9x  
       
  a. Onderzoek de functie f6 en teken de grafiek van f6.
  b. Bereken de oppervlakte van het vlakdeel dat ingesloten wordt door de grafiek van f6 en de x-as.
  c. Voor welke pℝ  heeft elke lijn die evenwijdig is aan de x-as met de grafiek van fp precies één punt gemeen?
       
2. Voor elke pℝ  is  Gp  de grafiek van  relatie van  ℝ naar ℝ:
    Rp =  { (x, y) |  x2 + pxy = 2px + 2y}.  
       
  a. Door welke punten gaan alle grafieken Gp ?  
  b. Voor welke pℝ  geldt:  { (x, y) | y = x} Ì Rp  ?
  c. Bewijs dat de punten van alle grafieken Gp waarin de raaklijn evenwijdig is aan de x-as, op een parabool liggen.
       
3. De kromme K is ten opzichte van een rechthoekig assenstelsel gegeven door:
    x = 2sint  en   y = t + 2sint  waarin  t ∈ [0, 2π]
       
  a. Bereken de coördinaten van de gemeenschappelijke punten van K en de y-as.
Bewijs dat K slechts één punt gemeen heeft met de x-as.
  b. Bereken de coördinaten van de punten van K waarin de lijn die K raakt evenwijdig is aan de x-as of aan de y-as.
Teken de kromme K
  c. De richtingscoëfficiënt van de lijn die K in punt (2sint, t + 2sint) raakt, noemt men mt.
Bereken het bereik van de functie  t  → mt.
       
4. Men werpt met twee zuivere dobbelstenen.
De stochast X is de som van de aantallen ogen die met de twee stenen gegooid worden.
De stochast Y is het product van deze aantallen.
       
  a. Bewijs dat X en Y afhankelijke stochasten zijn.
  b. Bereken de kans dat de stochast X in 20 worpen precies 5 keer gelijk is aan 7.
  c. Twee personen A en B maken de volgende afspraak:
A betaalt 3 gulden aan B als de stochast Y gelijk is aan een even getal;
A ontvangt 9 gulden van B als de stochast Y gelijk is aan een oneven getal.
Bereken de kans dat A na 10 worpen meer geld van B ontvangen geeft dan hij aan B betaald heeft.
       
5. a.

  b. Gegeven zijn van   ℝ naar ℝ de functies:  
   

    Bewijs dat de grafiek van g verkregen kan worden uit de grafiek van f door een vermenigvuldiging ten opzichte van de oorsprong.
  c. De functie h van   ℝ naar ℝ  is gegeven door:
   

    waarin k een functie is die een primitieve heeft met domein ℝ.
Bewijs dat  h '(t) = 2k(2t) - k(t)
       
       
       
       

 

 

UITWERKING
   
1a.  
   
1b.  
   
1c. p = ±3√3
   
2a. (-2, 2)  en  (2,2)
   
2b.  
   
2c. x2 + 2y = 0
   
3a. (0,0)
   
3b.  
   
3c.  
   
4a.  
   
4b.  
   
4c.  
   
5a.  
   
5b.  
   
5c.