Nieuwe pagina 1


OPGAVEN



1.	Geef van de volgende variabelen aan of ze ordinaal/nominaal zijn.
	a. Het volgnummer dat je bij een loket trekt.
	b. Het land waarheen je op vakantie gaat.
	c. Het geslacht (vrouw = 1, man = 2) dat je in een enquête moet invullen

2.	Geef van de volgende variabelen of ze discreet of continu zijn.
	a. Het aantal verkeersongelukken in een bepaalde nacht.
	b. De gemiddelde temperatuur in een bepaalde nacht.
	c. Het bedrag dat je kwijt bent als je een aantal glazen bier bestelt.

3.	Geef van de volgende variabelen aan of ze kwalitatief of kwantitatief zijn.
	a. De categorieën jongere - volwassene - oudere.
	b. Het alcoholgehalte van wijn.
	c. Het nummer van de pizza die je uit een lijst bestelt.



OPLOSSING

1.	a. ordinaal, b. nominaal, c. nominaal.

2.	a. discreet, b. continu, c. discreet.

3.	a. kwalitatief, b. kwantitatief, c. kwalitatief.


Soorten Variabelen.

Variabelen (dat zijn "dingen die je meet" kun je op verschillende manieren in soorten verdelen.

Nominaal - Ordinaal.
•	Een Nominale variabele heeft alleen een naam, maar er is geen logische volgorde in aan te brengen. Denk bijvoorbeeld aan "Welk instrument bespeel je?" en "Wat is je geslacht?". Maar het kan zelfs met getallen: "Wat is je rugnummer?" is nominaal.
•	Bij een Ordinale variabele kun je wel een logische volgorde aanbrengen. Dat is altijd zo als het een gemeten getal betreft maar ook bijv. bij vragen met als antwoord: zeer tevreden - tevreden - neutraal - ontevreden - zeer ontevreden.

Kwalitatief - Kwantitatief.
•	Een Kwantitatieve variabele kun je uitdrukken in een getal: een werkelijk gemeten grootte.

•	Bij een Kwalitatieve variabele is dat niet zo; het is geen gemeten getal. Ook variabelen waarbij wel een volgorde is aan te brengen, maar die niet een echt gemeten getal zijn, zijn kwalitatief. Bijvoorbeeld de schaal zeer tevreden - tevreden - neutraal - ontevreden - heel ontevreden. Daar zou je een getal 1-2-3-4-5 aan kunnen toekennen, maar toch is dit een kwalitatieve variabele.

Discreet - Continu
Voor kwantitatieve variabelen zijn er twee mogelijkheden:

•	Een Discrete variabele kan alleen gehele getallen aannemen. Bijvoorbeeld het aantal onvoldoendes op een toets.

•	Bij een Continue variabele kunnen in principe alle tussenliggende waarden worden aangenomen. (er staat "in principe" omdat door bijvoorbeeld afronden in praktijk niet alle waarden voorkomen).