© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

 
1. a. 42 is  M  - s  en   66 is  M + 2s
daartussen ligt 81,5%  van de meetwaarden
0,815
× 1600 = 1304 baby's
       
  b. 0,4 = (52 - 50)/(0,5(8 + S))
0,5(8 + S) = 5  en dat geeft S = 2 cm
het mag ook met intersect van de GR

Als S groter wordt, wordt de noemer groter, dus de hele breuk kleiner.
De effectgrootte zal dan kleiner zijn.
       
  c. L(0) = 50
L = 100
Y1 = 100
Y2 = 20 + 10*
Ö(X + 9)
intersect geeft  X = t = 55 maanden
       
  d. de kleinste pasgeboren "normale"baby is ongeveer 45 cm
80% groei geeft dan 81 cm.
Dat kan niet bij 20 maanden. Het is een sterk verhaal.
       
2. a. Als T groter wordt, wordt T2 ook groter
Als T2 groter wordt dan wordt 12000/T2 kleiner
Als de breuk kleiner wordt, dan wordt P groter
As de noemer heel groot wordt, dan wordt de breuk bijna nul en dan is P ongeveer 90%
       
  b.

        

       
  c. 51 van de 147 nam meer dan 6 drankjes en dat is 34,7%
Y1 = 90 - 12000/(X^2)
Y2 = 34,7
Intersect geeft  X = T = 14,7
°
       
  d.
Aantal drankjes 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Aantal klanten Groote Griet 5 12 34 45 20 14 7 5 4 1
cumulatief 5 17 51 96 116 130 137 142 146 147
cumulatief % 3,4 11,6 34,7 65,3 78,9 88,4 93,2 96,6 99,3 100
Aantal klanten Drie Gezusters 4 6 26 31 35 25 10 8 8 4
cumulatief 4 10 36 67 102 127 137 145 153 157
cumulatief % 2,5 6,4 22,9 42,7 65,0 80,9 87,3 92,4 97,5 100
       
    Het grootste verschil is 65,3 - 42,7 = 22,6%
Het verschil is dus middelmatig.
       
     
     
       
       
       

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)