© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

       
1. a. invoeren in L1 van de  GR en stat - calc - 1var stats(L1)  geeft 
gemiddelde  = 34,06
standaarddeviatie = 2,59
       
  b. L2 = 1440/L1 geeft de snelheden:  
   
tijd 30,3 30,7 30,7 31,6 31,7 31,8 33,2 33,5 33,9 34,0 34,0 35,3 35,4 35,5 36,5 37,9 38,5 38,6
snelheid 47,5 46,9 46,9 45,6 45,4 45,3 43,4 43,0 42,5 42,4 42,4 40,8 40,7 40,6 39,5 38,0 37,4 37,3
       
  c. stat- calc - 1Var Stats (L2)  geeft:
gemiddelde = 42,52
standaarddeviatie = 3,19

Geen enkele regel zegt wat je moet doen als je 1/X uitrekent bij een serie getallen.....
       
  d. Als je km/uur omrekent naar m/s moet je delen door 3,6  (1 km/uur = 1000m/3600s = 1000/3600 m/s = 1/3,6 m/s)
Dus moe je nu her gemiddelde en de standaarddeviatie ook delen door 3,6.
gemiddelde  = 42,52/3,6 = 11,81
standaarddeviatie = 3,19/3,6 = 0,89
       
2. a. De totale uitgaven per persoon worden 2,00 hoger, dus 5 + 22,50 + 2 = 29,50.
De standaarddeviatie ervan blijft gelijk, dus 6,80
       
  b. De 2,50 wordt dan vermenigvuldigd met 0,7, dus wordt 15,75
De totale uitgaven worden  15,75 + 5 = 20,50
De standaarddeviatie ervan wordt ook met 0,7 vermenigvuldigd:  0,7 • 6,80 = 4,76
       
  c. Verhogen met 16% betekent vermenigvuldigen met 1,16.
De totale uitgaven worden dan 3,00 + 1,16 • 22,50 = 29,10
De standaarddeviatie wordt 1,16 • 6,80 = 7,89
       
3. Het gemiddelde wordt  1,8 • 18,4 + 32 = 65,12 F
De standaarddeviatie wordt 1,8 • 4,8 = 6,64 F
       
4. a. In Europa is alles 6 hoger.
Het gemiddelde is dan  42 + 6 = 48
De standaarddeviatie blijft gelijk en is dus 1,8
       
  b. Voor de Europese maten moet je de Engelse met 4 vermenigvuldigen.
Het gemiddelde is dan  4 • 10 = 40
De standaarddeviatie is dan 4 • 1,4 = 5,6
       
       

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)