© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

       
1. n is onbekend = X

marktkoopman 1:  p = 0,80  (succes is een goede appel)
P(k ≥ 20) = 1 - P(k ≤ 19) = 1 - binomcdf(X, 0.80, 19)
Y1 =  1 - binomcdf(X, 0.80, 19)
Kijk bij TABLE wanneer dat voor het eerst groter dan 0,99 is.
Dat geeft  X = 32  (kans 0,99395)
Je moet dus 32 appels kopen en dat kost 32 • 0,16 = 5,12

marktkoopman 2:  p = 0,85  (succes is een goede appel)
P(k ≥ 20) = 1 - P(k ≤ 19) = 1 - binomcdf(X, 0.85, 19)
Y1 =  1 - binomcdf(X, 0.85, 19)
Kijk bij TABLE wanneer dat voor het eerst groter dan 0,99 is.
Dat geeft  X = 29  (kans 0,99706)
Je moet dus 29 appels kopen en dat kost 29 • 0,18 = 5,22

Marktkoopman 1 is het goedkoopst, en het gaat  5,12 kosten.
       
2. a. n = 306
p = 0,50 (kans op winst thuisspelende ploeg)
P(X < 170) = P(X ≤ 169) = binomcdf(306, 0.50, 169) = 0,9705
       
  b. n = 306
p = 0,20 (kans op winst uitspelende ploeg)
P(X ≥ 80) = 1 - P(X ≤ 79) = 1 - binomcdf(306, 0.20, 79) = 0,0,0055
       
  c. In 306 wedstrijden kunnen maximaal 306 • 3 = 918 punten gehaald worden (als er geen gelijkspellen zijn)
Elk gelijkspel zorgt voor 1 punt minder (1-1 in plaats van 3-0)
846 punten betekent dus 72 gelijkspellen.
n = 306
p = 0,30 (kans op gelijkspel)
P(X = 72) = binompdf(306, 0.30, 72) = 0,0022
       
3. a. P(2e raak) = P(1e raak en 2e raak) + P(1e mis en 2e raak)
= 0,70 • 0,80 + 0,30 • 0,60
= 0,74
       
  b. n = 100
p = 0,74 (vraag a)
P(X ≥ 80) = 1 - P(X ≤ 79) = 1 - binomcdf(100, 0.74, 79) = 0,1027
       
4. a. n = 400
p = 0,60
P(X > 250) = 1 - P(X ≤ 250) = 1 - binomcdf(400, 0.60, 250) = 0,1418
       
  b. n = ?
p = 0,60
P(X > 200) = 1 - P(X ≤ 200) = 1 - binomcdf(?, 0.60, 200) < 0,05
Y1 = 1 - binomcdf(X, 0.60, 200)
Kijk bij TABLE wanneer dat kleiner is van 0,05
Dat is bij X = 0 tot en met 310
De winkelier kan maximaal 310 bonnen uitdelen
       
5. a P(wel, wel) = 1/321/32 = 0,00097656 dus dat is ongeveer 0,001
       
  b. n = 500
p = 0,001  (vraag a)
P(X = 4) = binompdf(500, 0.001, 4) = 0,0016
 
       
  c. n = 500
p = 0,001  (vraag a)
P(X ≥ 4) = 1 - P(X ≤ 3) = 1 -  binomcdf(500, 0.001, 3) = 0,0,0017
       
  d. n = 500
p = ?
P(X = 4) = binompdf(500, ?, 4) = 0,002
Y1 = binompdf(500, X, 4)
Y2 = 0,002
intersect geeft X = 0,0266  of  X = 0,00107  en dat is  p2
Dus p = √0,0266 = 0,163  of  p = √0,00107 = 0,033

Die eerste is wel ERG groot, dus waarschijnlijk zal de tweede de gezochte kans zijn.
       
6. a. n = 20
p = 0,08
P(X = 3) = binompdf(20, 0.08, 3) = 0,1414
       
  b. n = 50
p = 0,02
P(X ≥ 5) = 1 - P(X ≤ 4) = 1 - binomcdf(50, 0.02, 4) = 0,0032
       
  c. Als er F fietsers zijn, dan zijn er 540 - F auto's geweest.
0,08F + 0,02(540 - F) = 24
0,08F + 10,8 - 0,02F = 24
0,06F = 13,2
F = 220
Dat zijn dus 220 fietsers en 320 auto's geweest.
       
7. a. 0,8745 = 0,0019  
       
  b. n = 45
p = 0,13 (kans dat Giri niet wint)
P(X ≥ 10) = 1 - P(X ≤ 9) = 1 - binomcdf(45, 0.13, 9) = 0,0602
       
  c. Dat is 5 verlies, 30 winst en 10 remise.
0,035 • 0,8730 • 0,1010 • (45 nCr 5) • (40 nCr 30) = 0,000039
       
8. P(spijbelen) = P(6) + P(5 en dan 6) = 1/6 + 1/61/6 = 7/36
P(opdagen) = 1 - 7/36 = 29/36
n = 23
p = 29/36
P(X < 18) = P(X ≤ 17) = binomcdf(23, 29/36, 17) = 0,2813
       
9. Er zijn drie manieren om te ontsnappen:

I:   via de onderste rij: dan moet je direct 7 keer Oost kiezen. kans is (4/6)7  = 0,0585

II:  via de één na onderste rij. Dan moet je na 7 stappen  6 keer Oost en één keer Noord hebben gekozen, en de achtste stap moet Oost zijn. Kans:  binompdf(7, 4/6, 6) • 4/6 = 0,1366

III:  via de tweede rij van onderen: Dan moet je na 8 stappen 2 Noord en 6 Oost hebben gekozen, en de negende stap Oost nemen. Kans: binompdf(8, 4/6, 6) • 4/6 = 0,1821

Samen geeft dat kans   0,0585 + 0,1366 + 0,1821 = 0,3772
       
10. 11 mensen moeten een muntstuk opgooien, dus n = 11
De kans dat iemand hem schuldig vindt is dan 0,5
De verdachte wordt veroordeeld als minstens 11 mensen hem schuldig vinden, dus van de muntstukgooiers moeten minstens 6 hem schuldig vinden
P(X ≥ 6) = 1 - P(X ≤ 5) = 1 - binomcdf(11, 0.5, 5) = 0,5
       
11. n = aantal mensen  = ?
p = kans op jarig op 19 maart = 1/36
P(X ≥ 3) = 1 - P(X ≤ 2) = 1 - binomcdf(X, 1/36, 2)
Y1 = 1 - binomcdf(X, 1/365, 2)
Kijk bij TABLE wanneer dat voor het eerst groter dan 50% is.
Dat is vanaf X = 976
De groep moet dus minstens 976 mensen zijn.
       
12. a. n = 19
p = 0,80  (kans dat iemand WEL komt opdagen)
Er is overbezetting als er meer dan 16 mensen komen opdagen.
P(X > 16) = 1 - P(X ≤ 16) = 1 - binomcdf(19, 0.80, 16) = 0,2369
       
  b. n = ?
p = 0,80  (kans dat iemand WEL komt opdagen)
Er is overbezetting als er meer dan 16 mensen komen opdagen.
P(k > 16) = 1 - P(k 16) = 1 - binomcdf(X, 0.80, 16)
Y1 = 1 - binomcdf(X, 0.80, 16)
Kijm bij TABLE voor welke waarden dat kleiner dan 0,1 is.
Dat is bij n kleiner dan 19.
Het aantal huurders is maximaal 18.
       
13. a. 0,3 • 0,3 • 0,3 • 0,3 • 0,3 • 0,7 • 0,7 • 0,7 • 0,7 • 0,7 = 0,0004
       
  b. binomiaal verdeeld met n = 40, p = 0,3
P(X > 12) = 1 - P(X ≤ 12) = 1 - binomcdf(40, 0.3, 12) = 0,423
       
14. a. binomiaal met n = 50 en p = 0,9
P(X ≥ 45) = 1 - P(X ≤ 44) = 1 - binomcdf(50 , 0.9 , 44) = 0,62
       
  b. Voor één bedrijf is de kans na 5 jaar te overleven 0,955 = 0,77378
n = 144,  p = 0,77378
P(X ≥ 100) = 1 - P(X ≤ 99) = 1 - binomcdf(144, 0,77378 , 99) = 0,99
       
15. n = 5
p = 0,75
P(X ≥ 5) = 1 - P(X ≤ 4) = 1 - binomcdf(10, 0.75, 4) » 0,98
       
16. a. P(geen prijs) = 0,95 • 0,80 = 0,76
Dus P(minstens één prijs) = 1 - 0,76 = 0,24
       
  b. Binomiaal met n = 20,  p = 0,24
P(X ≥ 8) = 1 - P(X ≤ 7) = 1 - binomcdf(20, 0.24 , 7) = 0,083
       
17. a. binomiaal verdeeld met n = 154 en p = 0,05
P(X ≤ 2) = binomcdf(154, 0.05, 2) = 0,015
       
  b. binomcdf(154, X, 2) = 0,05
Y1 = binomcdf(154, X, 2)  en  Y2 = 0,05
window bijv.  Xmin = 0, Xmax = 1, Ymin = 0, Ymax = 0,1
intersect geeft  p = 0,04
       
18. a. het aantal schadegevallen is binomiaal  verdeeld met n = 800 en p = 0,01
P(6) = binompdf(800, .01, 6) = 0,1223
       
  b. P(X ≥ 20) = 1 - P(X 19) = 1 - binomcdf(800, 0.01, 19) = 0,0002317
       
19. a. Er zijn twee mogelijkheden: 
F, NF, F, NF, F, NF, F, NF, F, NF  en   NF, F, NF, F, NF, F, NF, F, NF, F
De kans op beiden is gelijk, en die is  5/104/94/84/73/63/52/42/31/2 • 1 = 1/252
De totale kans is daarom  2 • 1/252 = 1/126 0,008

(of: er zijn  10 nCr 5 = 252 mogelijkheden, waarvan 2 gunstig, dus de kans is  2/252)
       
  b. Voor één persoon is die kans  0,2.
Het aantal proefpersonen dat de eerste dag tablet 1 of 2 kiest is binomiaal verdeeld.
Het aantal experimenten is n = 18.
De kans op succes (1 of 2 kiezen) per keer is 0,2
Het gaat om 6 of meer successen, dus  P(X ³ 6) = 1 - P(X 5) = 1 - binomcdf(18, 0.2, 5) = 0,133
       
20. a. het aantal ritten is binomiaal verdeeld met n = 40 en p = 0,5.
P(X  ≥ 26) = 1 - P(X ≤ 25) = 1 - binomcdf(40, .5, 25) = 0,0403
       
  b. precies 26 geeft kans  binompdf(40, p, 26)
voer in de GR in:   Y1 = binompdf(40, p, 26)
kijk bij TABLE wanneer dat maximaal is.
(Tblset -  Tblstart 0,5 en ΔTbl 0,01 geeft de tabel hiernaast)
Het maximum zit inderdaad bij p = 0,65
       
21. a. Voor elk antwoord zijn er steeds 4 mogelijkheden.
Samen geeft dat 4 • 4 • 4 • ..... = 410 = 1048576 mogelijkheden.
       
  b. De kans op een goed antwoord is elke keer 1/3.
Dat is dus binomiaal verdeeld.
n = 10
p  = 1/3
P(X ≤ 5) = binomcdf(10, 1/3, 5) = 0,9234
       
22. a. Bij één dag is de kans dat ze op tijd is 0,866
Voor vijf dagen is dan de kans 0,8665 = 0,487 en dat is inderdaad kleiner dan 0,5
     
  b. In 19 weken zijn er 19 • 5 = 95 schooldagen.
n = 95
p = 0,134  (de kans dat de trein te laat komt is 1 - 0,866)
P(X ≥ 9) = 1 - P(X ≤ 8) = 1 - binomcdf(95, 0.134, 8) = 0,9038
     
  c. P(0 keer officieel te laat) = P(0 of 1 keer echt te laat)
binomcdf(5, 0.134, 1) = 0,8638....  en dat is afgerond 0,864

P(1 keer officieel te laat) = P(2 keer echt te laat)
binompdf(5, 0.134, 2) = 0,1166.... en dat is afgerond 0,117
     
23. a. Als er meer dan 65 over zijn, dan moeten meer dan 17 van de gokkers het goed hebben.
Dit is voor de gokkers een binomiaal experiment met n = 52, p = 1/3
P(X > 17) = 1 - P(X ≤ 17) = 1 - binomcdf(52, 1/3, 17) = 0,4739
       
  b. Als X spelers gokken, zullen daarvan 1/3X het goed hebben
De andere 70-X mensen wisten het dus zeker.
Dan zijn er uiteindelijk  70 - X + 1/3X mensen over zijn.
70 - X + 1/3X = 54  ⇒  2/3X = 16  ⇒  X = 24.
Er hebben naar verwachting 24 mensen gegokt.
       
24. a. de helft is 254 mannen.
Dit is binomiaal verdeeld met n = 508 en p = 0,52
P(X = 254) = binompdf(508, 0.52, 254) = 0,0236
       
  b. Dit is binomiaal verdeeld met n = 219 en p = 0,71.
P(meer dan 150 maar minder dan 165)
= P(150 < X < 165)
= P(X ≤ 164) - P(X ≤ 150)
= binomcdf(219, 0.71, 164) - binomcdf(219, 0.71, 150)
= 0,9117 - 0,2273
= 0,684
       
  c. P(X ≥ 50) = 1 - P(X ≤ 49) = 1 - binomcdf(508, p, 49) = 0,816
Y1 = 1 - binomcdf(508, X, 49)
Y2 = 0,816
intersect geeft dan een kans van   p = 0,11
       
  d. P(voldoende vrouwen in leven)
= P(minstens 50 vrouwen in leven)
= P(X > 50)
= 1 - P(X ≤ 49)
= 1 - binomcdf(219, 0.26, 49) = 0,8750

De kans dat er voldoende mannen in leven zijn is 0,816

De kans dat beiden voorkomt is dan 0,816 • 0,8750 = 0,714 
       

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)