© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

       
1. a. De helft is wit, dus dat zijn er 50 die goed terechtkomen.
De andere 50 zijn groen of bruin, en daarvan komt de helft goed terecht, dus dat is 25.
Samen is dat 75 flessen goed.
       
  b.

       
    De groene takken leveren samen 0,5 + 0,32 + 0,02 = 0,84 kans op goed.
       
  c. Gooi alle witten in 'wit' en alle anderen in 'groen'.
Dan komen alleen de bruinen allemaal fout. De kans op goed is dan dus  0,9.
       
2. a. (0,5)4 = 0,0625  
       
  b. Pas bij de derde zak beide betekent dat de tweede zak verschilt van de eerste. De kans daarop is 1/2.
       
  c. 1 • 4/53/52/51/5 = 0,0384  
       
3. a. P(MM) = 1/22/3 = 1/3
P(MJ) + P(JM) = 1/21/3 + 1/21/3 = 1/3
P(JJ) = 1/22/3 = 1/3.
 
       
  b. P(JJMM) = 1/22/31/42/5 = 1/30
P(MJMJ) = 1/21/32/42/5 = 1/30
 
       
  c. P(MMMMMMMM) = 1/22/33/44/55/66/77/88/9 = 1/9
En dat is meer dan 10%
 
       
4.

       
  Hierboven staan de bomen die bij beide vragen horen. De rode takken zijn de gevallen waarin we de kaart goed raden.

eerste boom:  P(goed) = 1/21/26 + 1/21/26 = 1/26
tweede boom:  P(goed) = 1/52 • 1 + 51/521/51 = 1/26

Dus:    c.  Het maakt niet uit.
       
5. a. Je moet er 10 uit de 17 kiezen, dus dat kan op (17 nCr 10) = 19448 manieren
       
  b.

       
    Bij alle takken behalve de blauwe wordt er minstens twee keer meegedaan.
De kans op de blauwe tak is  7/10 • 1 • 7/10 = 49/100
De kans om minstens twee keer mee te doen is dan 1 - 49/100 = 51/100 = 0,51
       

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)