© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

       
1a.

       
  De grijze lijnen zijn de schaduwlijnen, de rode lijnen zijn de lichtstralen.
Dat geeft de blauwe schaduw.
De kleine letters zijn de schaduwpunten die horen bij de hoofdletters. Punt c is alleen maar getekend om de richting van bc te krijgen. Dat geeft dat interessante punt P.
Er valt ook schaduw op vlak DBC: de lijn door Q is de schaduwlijn die bij E hoort, maar dan op hoogte van DBC.
       
1b.

       
  De grijze lijnen zijn de schaduwlijnen, de rode lijnen zijn de lichtstralen.
Dat geeft de blauwe schaduw.
De kleine letters zijn de schaduwpunten die horen bij de hoofdletters.
       
1c.

       
  De grijze lijnen zijn de schaduwlijnen, de rode lijnen zijn de lichtstralen.
Dat geeft de blauwe schaduw.
De kleine letters zijn de schaduwpunten die horen bij de hoofdletters.
Let ook op het kleine schaduwstrookje op vlak ABC!!
       
2. a.

       
  b.

       
  c.

       
3.

       
4. Teken de schaduwlijn van PQ (de grijze lijn)
Snijden met PQ geeft snijpunt S.

DS snijden met AB geeft punt R.
 
       
5. Zie hiernaast.

Eerst is de projectie van de linker- en rechterrand van het raam getekend, met de bijbehorende grondlijnen.
Waar die grondlijnen de bodemrand van de schutting raken zijn verticale lijnen getekend.

De rode lijnen geven de vier lichtstralen door de hoekpunten van het raam, en de gele figuur wordt het beeld van het raam op de schutting.
       
6.

       

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)