© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

       
1. De ellips heeft vergelijking  b2x2 + a2y2 = a2b2
Snijden met y = px:
b2x2 + a2p2x2 = a2b2
x2(b2 + a2p2) = a2b2
 
  De afstand d  tussen P en Q vinden we met Pythagoras:
       
 
       
  Dat moet gelijk zijn aan 2ab dus dat worteldeel is gelijk aan 1.
1 + p2 = b2 + a2p2
p2(1 - a2) = b2 - 1
 
  Omdat p2  positief moet zijn, moeten teller en noemer van die breuk OF beiden positief zijn OF beiden negatief.
Beiden positief geeft  b > 1 en a < 1
Beiden negatief geeft  b < 1 en a > 1
       
2. a. Noem het snijpunt met MA punt C. De afstand van C tot de cirkel is dan CA, dus moet gelden CA = CF.
C ligt dus op de middelloodlijn van AF.

Op dezelfde manier ligt D op de middelloodlijn van FB. 

     
  b. Noem ∠XFP gelijk aan γ. Dan is ook ∠FXP = γ want driehoek PXF is gelijkbenig omdat PX = PF.
Noem ∠YFQ gelijk aan d. Dan is ook ∠QFY = δ want driehoek FQY is gelijkbenig omdat QF = QY.
Bekijk nu driehoek XFY.
De som van alle hoeken daarin is γ + γ + α + δ + δ = 2γ + α + 2δ = 180º
Daaruit volgt  γ + δ + 1/2α = 90º  ofwel  γ + δ + α - 1/2α = 90º  ⇒  β - 1/2α = 90º ⇒  β = 1/2α + 90º. 
       

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)