© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

       
1. a. De helling van k is  -6
f'(x) = 2x - 6  dus  f '(0) = -6
g'(x) = 3x2 - 6  dus  g'(0) = -6
De hellingen zijn dus gelijk.
       
  b. (x - 1)(x2 + x - 5) = 0  √  x - 1 = 0  of  x2 + x - 5 = 0
De eerste levert  x = 1
De tweede is met de ABC-formule op te lossen (a = 1, b = 1, c = -5)
Dat geeft  x = (-1 ± √(1 + 20))/2 = -1/2 + 1/2√21  of  -1/2 - 1/2√21

De x-coördinaten zijn dus  1 en  -1/2 + 1/2√21 en  -1/2 - 1/2√21
       
       

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)