© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

1. De lijn gaat ongeveer door (10, 39)  en  (12, 46)
a = Dy/Dx = (46 - 39)/(12 - 10) = 7/2 = 3,5  dus   y = 3,5x + b
punt invullen:  39 = 3,5 • 10 + b  geeft  b = 4
De lijn is dus  y = 3,5x + 4
       
2. Kies twee koppeltjes van K en L die bij elkaar horen.
Bijvoorbeeld  K = 57,60 en L = 243,90  die al gegeven is.
L = 81,30 geeft  K = 18,70 + 1,50 = 20,20
We zoeken een rechte lijn door de punten (243.90, 57.60) en (81.30, 20.20)

a = Dy/Dx(57,60 - 20,20)/(243,90 - 81,30) = 37,40/162,60 = 0,23

bijv,  (81.30, 20.20) invullen geeft dan   20,20 = 0,23 • 81,30 + b
20,20 = 18,699 + b
b
= 1,501
Dus   a = 0,23 en b = 1,50
       
3. (40, 56) en (80, 76)
a = Dy/Dx(76 - 56)/(80 - 40) = 20/40 = 0,5
56 = 0,5 • 40 + b  geeft  b = 36 gram
G = 0,5L + 36
L = 100:   G = 0,5 • 100 + 36 = 86 gram
       
4. Lees twee punten af, bijvoorbeeld:   (6, 120) en  (9.5, 140)
De richtingscoëfficiënt is dan  (140 - 120)/(9.5 - 6)20/3,5 = 5,7
(6, 120) invullen in  y = 5,7x + b  geeft  120 = 5,7 • 6 + b
120 = 34,2 + b   dus  b = 85,8
L = 5,7t + 85,8
       

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)