|   | 
				
				 © h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
		  | 
			 
		 
		 
		 | 
    
    
      
		  | 
    
    
      | 
		Grafieken veranderen | 
    
    
      |   | 
        | 
        | 
      
		  | 
    
    
      In deze les over 
		parabool grafieken hebben we al drie manieren besproken over het 
		veranderen van een functievoorschrift en wat dat voor gevolgen voor de 
		grafiek heeft. 
		Laten we ze nog even samenvatten: | 
    
    
      |   | 
        | 
        | 
      
		  | 
    
    
      
      
        
          
            | 
               grafiek a 
				omhoog schuiven  ⇒  f(x)  wordt  
				f(x) + a   | 
           
         
       
       | 
    
    
      |   | 
        | 
        | 
      
		  | 
    
    
      
        
          
            
              | 
                 grafiek 
				a naar rechts schuiven  
				⇒ elke x
                vervangen door (x - 
				a)   | 
             
           
         
       | 
    
    
      |   | 
        | 
        | 
      
		  | 
    
    
      
              
                
                  
                    | 
					 
					afstand tot de x-as a keer zo groot  
					
					⇒  
					vermenigvuldig de hele formule met a  | 
                   
                 
               
             | 
    
    
      |   | 
        | 
        | 
      
		  | 
    
    
      De eerste twee heten 
		translaties (verschuivingen) en de derde heet een vermenigvuldiging. 
		·  En als je bij de eerste f(x) 
		vervangt door f(x) - a dan gaat de grafiek 
		uiteraard omlaag. 
		·  En als je bij de tweede x 
		vervangt door (x + a) dan gaat de grafiek uiteraard naar 
		links. 
		·  En als je bij de derde een a 
		neemt die kleiner is dan 1 dan wordt de afstand tot de x-as 
		uiteraard kleiner. 
		 
		Zo, zijn we helemaal weer bijgepraat. 
		 
		Deze les gaan we er drie transformaties aan toevoegen.  | 
    
    
      |   | 
        | 
        | 
      
		  | 
    
    
      | 
		1.  Spiegelen in de x-as. | 
    
    
      |   | 
        | 
        | 
      
		  | 
    
    
      | Dan klapt de hele grafiek als het ware om. Dat betekent dat elke y
        tegengesteld wordt  (plus wordt min en min wordt plus). In de
        formule kunnen we dat bereiken door een minteken voor de hele formule te
        zetten (want de hele formule, dat is immers de y).
         | 
    
    
      |   | 
        | 
        | 
    
    
      
                
                  
                    
                      | 
						 spiegelen
                        in de x-as   
						⇒ 
                        minteken voor de hele formule  | 
                     
                   
                 
               | 
    
    
      |   | 
        | 
        | 
      
		  | 
    
    
      | 
		2.  Spiegelen in de 
		y-as. | 
    
    
      |   | 
        | 
        | 
      
		  | 
    
    
      Dat betekent dat punten rechts van de
        y-as
        naar links gaan en andersom.  
		Dus worden negatieve x-en positief
        en positieve x-en negatief.  
		In feite wisselt elke x van
        teken.  Dat betekent voor de formule:
         | 
    
    
      |   | 
        | 
        | 
      
		  | 
    
    
      
		
			
				
					| 
					 
					spiegelen in de y -as  ⇒
                         vervang elke
                        x door -x   | 
				 
			 
		 
		 | 
    
    
      |   | 
        | 
        | 
      
		  | 
    
    
      | 
		3.  Vermenigvuldigen 
		ten opzichte van de y-as. | 
    
    
      |   | 
        | 
        | 
      
		  | 
    
    
      Dat is een lastige...... 
  
        Hiernaast zie je twee grafieken. De rode is verkregen door de blauwe te
        vermenigvuldigen t.o.v. de y-as met factor 3 (dus elk punt is
        drie keer zo ver van de y-as afgekomen). 
        Als we op zoek zijn naar f(x) 
        (dat is de y van de nieuwe
        formule) dan zie je hiernaast dat die gelijk is aan de y
        van de oude formule die hoort bij 
		 1/3x.
         
         
        En wat voor het getal 3 geldt geldt natuurlijk ook voor een
        willekeurige a. 
        Conclusie:  | 
      
		  
  | 
    
    
      |   | 
        | 
        | 
      
		  | 
    
    
      
        
          
            
              | 
                 afstand
                tot de y -as a keer zo groot  
				  ⇒ 
                vervang elke  x 
                door  (1/a
                •  x)  | 
             
           
         
       | 
    
    
      |   | 
        | 
        | 
      
		  | 
    
    
      
		Tijd Voor Goed Nieuws!!! 
		 
		We hebben nu zes mogelijke transformaties van grafieken 
		bekeken.  
		Het goede nieuws is:   Daar komt niks meer bij!!!! 
		Tot en met je eindexamen HAVO wiskunde B is dit alles wat je moet weten 
		over transformaties. 
		Altijd prettig een onderdeel af te sluiten toch? 
		 
		Hier zijn ze nog een keer alle zes: | 
    
    
      |   | 
        | 
        | 
      
		  | 
    
    
      
		
			
				
					
					
						
							| grafiek a 
							omhoog schuiven | 
							⇒  f(x)  wordt  
				f(x) + a  | 
						 
						
							| grafiek 
				a naar rechts schuiven  | 
							⇒  elke x
                vervangen door (x - 
				a)   | 
						 
						
							| afstand tot de x-as a 
							keer zo groot | 
							
							⇒  
					vermenigvuldig de hele formule met a | 
						 
						
							| afstand
                tot de y -as a keer zo groot    | 
							
							⇒ 
                vervang elke  x 
                door  (1/a
                •  x) | 
						 
						
							| spiegelen
                        in de x-as | 
							⇒ 
                        minteken voor de hele formule | 
						 
						
							| spiegelen in 
							de y -as | 
							⇒ 
                        	vervang elke
                        x door -x  | 
						 
					 
					 | 
				 
			 
		 
		 | 
    
    
      |   | 
        | 
        | 
      
		  | 
    
    
      Voorbeeld 
		met een wortelgrafiek:  
		 
		Schets de grafiek van  y = 6 - 
		2√(0,5x + 4)   en geef het domein en het bereik.. 
		 
		Laten we een stripverhaal gaan maken: | 
    
    
      |   | 
        | 
        | 
      
		  | 
    
    
      | 1. | 
      Begin met de grafiek 
		van y = √x 
		 
		Die moet je gewoon uit je hoofd leren:  we beschouwen dat als 
		een standaardgrafiek. | 
      
		 
		   | 
    
    
      | 2. | 
      Vervang x door 
		(x + 4) 
		Dat betekent dat de grafiek 4 naar links wordt geschoven  
		De formule wordt dan  y = √(x + 4) | 
      
		 
		   | 
    
    
      |   | 
        | 
        | 
      
		  | 
    
    
      | 3. | 
      Vervang elke x 
		door 0,5x 
		Dat betekent dat de afstand tot de y-as  1/0,5 
		= 2 keer zo groot wordt. 
		De formule wordt dan  y = √(0,5x + 4) | 
      
		 
		   | 
    
    
      | 4. | 
      Vermenigvuldig de 
		hele formule met 2. 
		Dat betekent dat de afstand tot de x-as dubbel zo groot wordt 
		gemaakt. 
		 
		De formule wordt dan  y = 2√(0,5x + 4) | 
      
		 
		   | 
    
    
      | 5. | 
      Zet een minteken voor 
		de hele formule 
		Dat betekent dat de grafiek wordt gespiegeld in de x-as 
		 
		De formule wordt dan   y = -2√(0,5x + 4) | 
      
		 
		   | 
    
    
      | 6. | 
      Zet  +6 bij de 
		hele formule (ervoor of erachter dat maakt niet uit) 
		Dat betekent dat de grafiek 6 omhoog wordt geschoven 
		 
		De formule wordt dan eindelijk  y = 6 - 
		2√(0,5x + 4) | 
      
		 
		   | 
    
    
      |   | 
        | 
        | 
      
		  | 
    
    
      De schets zie je 
		hierboven. 
		Daaruit kun je direct aflezen dat het randpunt  (-8, 6) is en het 
		domein  [-8, →〉  en het bereik  〈←, 
		6] | 
    
    
      |   | 
        | 
        | 
      
		  | 
    
    
      | 
		De volgorde.... | 
    
    
      |   | 
        | 
        | 
      
		  | 
    
    
      De volgorde waarin je 
		bovenstaande stappen uitvoert kan wel gevolgen voor de grafiek hebben, 
		maar het hoeft niet altijd. 
		Dat klinkt nogal vaag, maar ik zou er geen regels voor gaan leren. Kijk 
		gewoon of je op de goede formule uitkomt. 
		 
		Als je bijvoorbeeld in het voorbeeld hierboven stap 2 en stap 3 
		verwisselt gaat het fout. 
		 
		Kijk maar:  
		GOED:  
		Vervang x door (x + 4) geeft  y =  √(x 
		+ 4) 
		Vervang daarna x door 0,5x  geeft   y 
		=  √(0,5x + 4) 
		 
		FOUT: 
		Vervang x door 0,5x  geeft  y =  √(0,5x) 
		Vervang daarna x door (x + 4)  geeft   y 
		= √(0,5(x + 4)) = √(0,5x + 2) 
		 
		Maar stap 4 en stap 5 mag je best met elkaar verwisselen. 
		Ga zelf maar na dat dat wel de goede formule oplevert. | 
    
    
      |   | 
        | 
        | 
      
		  | 
    
    
      |   | 
        | 
        | 
      
		  | 
    
    
      |   | 
    
    
      | 
		
		 | 
    
    
      | 
		  OPGAVEN. | 
    
    
      |   | 
        | 
        | 
      
		  | 
    
    
      | 1. | 
      Schets de grafieken van de volgende
                functies en leg uit via welke transformaties (en in welke
                volgorde) zij zijn ontstaan uit een basisgrafiek. 
		Geef het domein en het bereik. | 
    
    
      |   | 
        | 
        | 
      
		  | 
    
    
      |   | 
      a. | 
      y = 8 - √(x
                - 2) | 
      
		  | 
    
    
      |   | 
        | 
        | 
      
		  | 
    
    
      |   | 
      b. | 
      y = √(4x
                - 12) | 
      
		  | 
    
    
      |   | 
        | 
        | 
      
		  | 
    
    
      |   | 
      c. | 
      f(x) =  3(8
		- x)2
                - 5 | 
      
		  | 
    
    
      |   | 
        | 
        | 
      
		  | 
    
    
      | 2. | 
      a. | 
      De grafiek van y = 
				√x 
                wordt 3 omlaag geschoven en 4 naar rechts. Daarna wordt de
                afstand tot de x-as gehalveerd. Geef een
                functievoorschrift van de grafiek die dan is ontstaan.  | 
    
    
      |   | 
        | 
        | 
      
		  | 
    
    
      |   | 
      b. | 
      De grafiek van  y = x2 
                wordt gespiegeld in de x-as. Daarna wordt hij 2 omlaag
                geschoven en tenslotte wordt de afstand tot de y-as twee
                keer zo groot gemaakt. Geef een functievoorschrift van de
                grafiek die dan is ontstaan.  | 
    
    
      |   | 
        | 
        | 
      
		  | 
    
    
      | 3. | 
      Bekijk de volgende vier
                transformaties: | 
    
    
      |   | 
      
                
                  
                    
                      | A:  | 
                      spiegelen in de x-as | 
                     
                    
                      | B: | 
                      afstand tot de y-as verdubbelen | 
                     
                    
                      | C:    | 
                      2 naar links schuiven | 
                     
                    
                      | D:    | 
                      5 omhoog schuiven | 
                     
                   
                 
               | 
    
    
      |   | 
        | 
        | 
      
		  | 
    
    
      |   | 
      Van welke van deze transformaties doet
                de volgorde er niet toe en van welke wél? | 
    
    
      |   | 
        | 
        | 
      
		  | 
    
    
      | 4. | 
      Hiernaast zie je de 
		grafiek van   
		 y = a + b√(x + c) 
		 
		Bepaal uit deze grafiek de waarden van a, b en c  | 
      
		 
		   | 
    
    
      
		
		  | 
      
		  | 
    
    
      | 
				 © h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
		  |