© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

Ja, dat kan ik me goed voorstellen.

(Als leraar moet je altijd tegen je leerlingen zeggen dat je je hun probleem goed kunt voorstellen.....schijnt didactisch verantwoord te zijn...)
       
De onduidelijkheid van die mintekens komt omdat er eigenlijk twee verschillende mintekens zijn!!!

ECHT WAAR!!

De eerste MIN
Kijk, je hebt de MIN van de basisschool, die is van "dingen van elkaar aftrekken".
Laten we hem blauw maken.
Dat geeft sommetjes als  8 - 3 = 5  en dan staat daar dat je van het getal 8 het getal 3 moet aftrekken.
Eigenlijk is deze MIN de opdracht:  "Ga op de getallenlijn naar links"

De tweede MIN.
Maar je hebt ook een nieuwe MIN in de brugklas, die is van negatieve getallen, die betekent dus:  "dit getal is onder nul".
Laten we hem rood maken.
Dan kun je het hebben over de getallen  -4 en -8 en -0,36. Je ziet dat ik hem ook wat kleiner heb getekend dan die blauwe MIN. Hij zit echt aan dat getal vast...
       

-  is iets dat je moet doen
 -   zegt iets over een getal

       
Je komt waarschijnlijk in de war als je de minnen door elkaar heen gaat gebruiken.

Voorbeelden:
       
Als je van 10 het getal -3 wilt aftrekken, dan schrijf je dat als 10 - - 3.
Maar die eerste min is dus van "je moet aftrekken" en die tweede min van "het getal -3"
Dat zou je dus met onze gekleurde minnen zó moeten schrijven:   10 - -3
       
Als je bij 12 het getal -5 wilt optellen, dan schrijf je dat als 12 + - 5.
Maar die + is van "je moet optellen" en die min van "het getal -5"
Dat zou je dus met onze gekleurde minnen zó moeten schrijven:  12 + - 5
Nou hebben we geleerd dat  "+ -  =  -"  en dat betekent dat dat samen een blauwe min wordt:  12 - 5
Je trekt dus van 12 het getal 5 af.
       
Bij vermenigvuldigen zijn er eigenlijk alleen maar rode minnen:  de getallen zijn positief of negatief, er wordt nooit afgetrokken. Dus  -2 • -3  moet je lezen als  -2 • -3
Zo'n MIN direct achter een  •   is dus altijd rood!! Je kunt immers niet willen vermenigvuldigen en dan toch eerst direct aftrekken? Het moet met die min wel om een negatief getal gaan.
       
En nou komt het:
       
Bij het maken van de blokjes gelden de blauwe minnen, niet de rode!!
       
Die roden zijn gewoon negatieve getallen en die hebben niets te maken met of iets aan elkaar vastzit of niet.

Neem   15 - 2 • -3   dan is die tweede MIN duidelijk rood (staat direct na •) en die eerste is blauw.
Er staat dus  15 - 2 • -3
Dus de blokjes zijn  (15)  en  (2 • -3)  en dan staat er  15 - - 6 = 15 + 6 = 21
       

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)