© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

       
Gemengde opgaven.
       
6. Hieronder staat een aantal keer een tegelpad getekend in de vorm van een vierkante letter “O”. Eronder staat elke keer het aantal tegels  (T) en het nummer (n).
   
 

   
 

De formule die bij deze figuurtjes hoort is  T = 4 + 4 · n
Je ziet dat het aantal tegels bij elke figuur 4 groter is dan bij de vorige.

a.  Komt dat door de eerste 4 uit de formule of door de tweede 4?

b.  Er is een figuur waarvoor 68 tegels nodig zijn. Welk nummer heeft die figuur?
   
7. De Engelsman James May heeft een huis gebouwd helemaal van Lego-blokjes!
Eén zo’n legoblokje heeft lengte 31 mm, breedte 15 mm en hoogte 9 mm.
Het huis van May heeft de vorm van een balk. De bodem is 12 m  bij  8 m, de hoogte is 6 m.

       
  a. Maak een schatting voor het aantal blokjes dat May nodig had voor de buitenkant. Neem aan dat alle blokjes in de lengte liggen (dus de breedte van een blokje is de dikte van zijn muur). Je mag de deuren en ramen en randen vergeten. Op de bodem ligt geen lego, het dak is wél van lego.
       
  b. In totaal heeft May 3,3 miljoen blokjes gebruikt. Legoblokjes wegen ongeveer     1,8 gram per cm3.  Maak een schatting voor het gewicht van het hele huis.
       
8.  

 
   
       
9. De oppervlakte van de aarde is ongeveer  560000000 km2.
De hoogste berg is de Mount Everest, met  8848 meter.
In de Bijbel staat dat, toen Noach zijn ark had gebouwd, het “Zeven dagen en zeven nachten lang regende totdat alle bergen van de aarde onder water stonden”.
Bereken hoeveel liter water er dan per seconde zou moeten vallen op een m2.
12.

       
  Hierboven zie je de grafiek van de tijdstippen van zonsopkomst en zonsondergang door het jaar heen.
       
  a. Wanneer gaat de wintertijd in?
       
  b. Teken in deze grafiek ook de grafiek van de daglengte.
       
13.


 
       
  Er zijn meer soorten reptielen kwetsbaar dan amfibieën.

Hoeveel meer?
    aantal bekende soorten
vissen   20000
amfibieën   7000
reptielen   9600
vogels   2500
zoogdieren   5500
       
14 Voor onderstaand diagram zijn 7 verschillende groepen schapen gevoerd met een voer met een hoog kopergehalte (34 mg koper/kg krachtvoer). Elk schaap kreeg 800 gram krachtvoer per dag, 100 dagen lang.
Daarna werd de hoeveelheid koper in de lever van de schapen gemeten.
       
 

       
  a. Hoeveel mg koper kreeg elk schaap in deze periode in totaal toegediend?
       
  b. Als je de rassen Texel en Fin met elkaar kruist, is de hoeveelheid koper in de kruising dan gelijk aan het gemiddelde van de beide rassen apart?
       
       

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)