© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

Meer opgaven
       
       
Bereken in de volgende figuren de grootte van de hoek met het vraagteken. Denk erom dat de grootte van de hoeken in de tekeningen niet klopt: je mag niet meten!!
       
 

       
Bereken hoe groot de hoeken zijn van een regelmatige twaalfhoek
       
Hiernaast staat een gelijkzijdige driehoek ABC met daarin een gelijkbenige driehoek ADB waarvan de hoek bij D 90º is.
Bereken alle andere hoeken in deze figuur.

       
Kangoeroewedstrijd.

Driehoek ABC is gelijkbenig met AC = BC. AD is bissectrice (deellijn)  van hoek A.
D = 105°.

Hoe groot is ∠A?

 

     
       
       
5. Kangoeroewedstrijd

Fenna tekent in een rechthoek een zigzaglijn. Hierbij maakt ze hoeken van 10°, 14°, 33° en 26°,
zoals in de figuur is te zien.

Hoe groot is de hoek met het vraagteken?

 

       
6. Kangoeroewedstrijd.

De gelijkzijdige driehoek AZC wordt om Z gedraaid naar driehoek RZT.

Hierbij is CZR = 70°.

Hoe groot is hoek CAR

       
7. Kangoeroewedstrijd.

Twee lijnen maken in het punt O een hoek van 7º.

Een kangoeroe springt vanuit O om en om op de twee lijnen. Vanuit O naar A, naar B, naar C, enzovoort. Al zijn sprongen zijn even groot.

Als hij zo ver mogelijk van O is gekomen, stopt de kangoeroe met springen.

Bij welke letter stopt de kangoeroe?

       
 

       
8.

Kangoeroewedstrijd.
 

In vierhoek ABCD zijn drie hoeken gegeven: 30º, 50ºen 75º. Verder is BC = AD.

Hoeveel graden is hoek ADC?

 

       
9. Vlaamse Olympiade.

De gelijk gekleurde hoeken in de driehoek hiernaast zijn even groot.
Waaraan is hoek β gelijk?

a.   90
°- α
b.  180
°- 2α
c.   90
°- 2α
d.   180
°- 3α
e.   180
°- α

       
     

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)