© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

Meer opgaven
       
       
1. De KNVB  (de Nederlandse voetbalbond) heeft  1157663  leden.
De secretaris berekent dat er 12,4 vrouwelijke leden zijn per 100 mannelijke leden
Bereken het aantal vrouwelijke leden van de KNVB
       
2. Hieronder staan de gegevens van drie Nederlandse steden (de bovenste rij is van Amsterdam).
Vul de vraagtekens in de volgende tabel in:
       
 
aantal inwoners aantal bomen aantal bomen 
per 1000 inwoners
905234 271570 ??
?? 17180 859
20407 ?? 1236
       
3. Een middelbare school heeft uitgaven aan personele lasten en materiële lasten.
De volgende tabel geeft de uitgaven van een middelbare school aan personele lasten voor vier jaren.
       
 
  eenheid 2018 2019 2020 2021
totaal mln euro 3,12 3,22 3,37 3,44
Uitgaven personele lasten in % van de totale uitgaven. 50,6 48,3 46,7 45,0 42,6
per leerling
Uitgaven personele lasten
euro 5030 5048 5063 5072
       
  a. De rector van de school beweert dat de uitgaven in de periode 2018 - 2021 met ongeveer 10% zijn toegenomen, maar volgens de MR  zijn de uitgaven in deze periode met bijna 12% afgenomen. 
Verklaar deze percentages.
       
  b. Bereken het aantal leerlingen van deze school in 2020
       
  c. Bereken de totale uitgaven in 2021. Rond af op miljoenen.
       
4. De volgende figuur komt uit het jaarverslag over 2022 van Philips.
       
 

       
  'Index 2020 = 100' betekent dat alle bedragen vergeleken zijn met de bedragen van 2020.
Zo hebben de kosten in 2021 het indexcijfer 124. De kosten in 2021 waren dus 124% van die in 2020. De kosten stegen tussen 2020 en 2021 dus met 24%.
Uit de figuur zou je kunnen concluderen dat de kosten sterker stijgen dan de omzet. Dat zou geen goede ontwikkeling zijn. De winst is immers de omzet min de kosten.

Geef een getallenvoorbeeld waarmee je laat zien dat het met de gegevens uit de figuur toch mogelijk is dat de winst in de periode 2020 - 2022 gestegen is.
       
5. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) houdt bij hoeveel bijstandsuitkeringen er zijn in Nederland. De volgende tabel geeft daar informatie over.
       
 
jaar mannen vrouwen
2014 199435 259888
2015 195643 262450
2016 199653 266320
2017 197834 264578
2018 198542 261473
2019 197453 260230
2020 195626 255632
2021 185050 244150
2022 174580 232860
       
  Iemand trekt uit deze tabel de volgende twee conclusies:
  a. Het aantal bijstandsuitkeringen aan vrouwen  was in 2022 ruim 10 procent lager dan in het studiejaar 2014.
  b. Het aandeel van het aantal bijstandsuitkeringen aan vrouwen was in 2022 groter dan in 2014.
       
  Onderzoek voor elk van deze conclusies of deze juist is of niet.
       
       
     

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)