Grafieken van glogx.
Omdat we weten dat glogx de inverse is van gx  kunnen makkelijk de grafiek van glogx met zijn eigenschappen afleiden uit de grafiek van gx  immers de regel was:
De grafiek van  f  en  finv  zijn elkaars gespiegelde in de lijn y = x
Er waren twee soorten grafieken voor gx namelijk voor 0 < g < 1  en voor g > 1. Dus zullen er ook twee verschillende grafieken voor glogx zijn. Hieronder zijn die getekend.

De beide blauwe grafieken zijn "nieuw" . Het zijn de grafieken van glogx en ze zijn gevonden door de rode grafieken te spiegelen in de lijn y = x. Omdat de grafieken van gx beiden een  horizontale asymptoot y = 0 hadden, hebben de grafieken van glogx beiden een verticale asymptoot x = 0 (die is gewoon meegespiegeld natuurlijk)
Verder hadden de grafieken van gx  bereik 〈0,→〉    dus hebben de grafieken van glog x domein 〈0,→〉
Dat is een belangrijke eigenschap:
glogx  bestaat alleen voor x > 0 en de grafiek heeft bij x = 0 een asymptoot
Transformaties.
   
Natuurlijk kun je ook op de glog-grafieken weer allerlei transformaties toepassen.
Dat levert samen met de rekenregels voor logaritmen soms verrassende resultaten op.

Eerst maar even de transformaties herhalen:
 
grafiek a omhoog schuiven ⇒  f(x)  wordt  f(x) + a
grafiek a naar rechts schuiven  ⇒  elke x vervangen door (x - a)
afstand tot de x-as a keer zo groot ⇒  vermenigvuldig de hele formule met a
afstand tot de y -as a keer zo groot    ⇒  vervang elke  x  door  (1/a •  x)
spiegelen in de x-as ⇒  minteken voor de hele formule
spiegelen in de y -as   vervang elke x door -x 
 
 
Voorbeeld:      f(x) = 3 + 2 × 2log(x - 5).
Schets de grafiek van f(x) en leg uit door welke transformaties deze grafiek ontstaat uit de grafiek van y = 2log(x)

Oplossing:
Met de formules zou er dit kunnen gebeuren:
Begin met y = 2log(x).
vervang elke x door (x - 5). Dat geeft y = 2log(x - 5) en dat was een translatie 5 naar rechts.
vermenigvuldig de hele formule met 2. Dat geeft  y = 2 × 2log(x - 5)  en dat was een vermenigvuldiging ten opzichte van de x-as met factor 2.
Doe de hele formule  + 3.  Dat geeft  y = 3 + 2log(x
- 5)  en dat was een translatie 3 omhoog.

In plaatjes gebeurt er het volgende:
 

De slotgrafiek gaat door  (6, 3)  en heeft verticale asymptoot x = 5
 

 
Samenvallende transformaties.

Soms geven twee transformaties het zelfde resultaat.
Neem bijvoorbeeld de grafiek van y = 4logx

Je zou daarbij x kunnen vervangen door 2x.  Dat betekent een vermenigvuldiging ten opzichte van de y-as met factor 1/2. Ofwel:  de afstand tot de y-as wordt de helft.

Je zou ook de hele formule +0,5 kunnen doen. Dat betekent een translatie 2 omhoog.

Beide gevallen zie je hieronder:
 

 
Maar dat lijkt wel dezelfde slotgrafiek op te leveren!!!
Dat dat inderdaad zo is kun je natuurlijk heel snel bewijzen, kijk maar:

4log(2x) = 4log(x) + 4log(2) = 4log(x) + 4log(40,5) = 4log(x) + 0,5
 
 
OPGAVEN
   
1. Schets de grafieken en geef de asymptoten bij de volgende functies:
           
a. f(x) = 0,25log(x) c. f(x) = 5 + 3logx
           
b. f(x) = 4log(x - 2) d. f(x) 3log(6 - x)
2. Gegeven is de functie  f(x) = 3log(x - 2)
     
a. Schets de grafiek van f.
     
b. De grafiek van f wordt zó verschoven dat hij door het punt  (6, 4) gaat.  Dat kan op allerlei manieren.
Geef twee mogelijke nieuwe formules.
3. Gegeven is de functie  f(x) = 0,2log(4x)
     
a. Schets de grafiek van f.
     
b. Hoe ontstaat de grafiek van g(x) = 0,2log(8x) uit de grafiek van f  ?
4. Gegeven zijn de functies  f(x) = 3logx  en  g(x) = 3logx + 2
     
a. Hoe ontstaat de grafiek van g uit die van f ?
   
De lijn y = p snijdt de grafiek van f in punt A en de grafiek van g in punt B.
Dan geldt voor de afstand AB de formule:  AB = 8/9 • 3p
     
b. Toon dat aan.
     
  c. Voor welke p is AB = 24?  Geef je antwoord exact!
     
5.

Gegeven is de grafiek van f(x) = 0,2log(x)

         
  a. Je kunt deze grafiek 3 omlaag schuiven, maar je kunt ook de afstand tot de y-as  p  keer zo groot maken.
Hoe groot moet p zijn om hetzelfde resultaat te krijgen?
         
  b. Welke transformatie kun je op de grafiek van f  toepassen om de grafiek van y = 0,2log(5x) te krijgen?
Geef twee verschillende mogelijkheden.
         
       

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)