De afgeleide van  f(x) = arcsin(x)
       
Omdat arcsinx de inverse is van sinx, en omdat sinx veel vertrouwder is, gaan we proberen onze kennis van sinx te gebruiken bij arcsinx.
We weten (hopelijk?) al wel dat de je de grafiek van de inverse van een functie kunt vinden door te spiegelen in de lijn y = x.
Laten we eerst kijken wat er gebeurt met de afgeleide als je spiegelt in de lijn y = x.
       

       
De rode grafiek in de linkerfiguur wordt gespiegeld in de lijn y = x. De twee blauwe lijnen zijn de raaklijnen in de punten R (die elkaars spiegelbeeld in y = x zijn). In de rechterfiguur zie je die twee raaklijnen nogmaals.
De bovenste raaklijn heeft helling   Δy/Δx  = groen/paars   en de onderste heeft helling  Δy/Δx = paars/groen Aan de lengte en kleur van die lijnstukjes zie je dat die twee precies elkaars omgekeerde zijn;
       
Bij spiegelen in y = x wordt de helling het omgekeerde
       
Dat gaan we nu gebruiken om de helling van arcsinx te bepalen,
.
Hiernaast staan de grafieken van y = arcsinx en y = singetekend.

Het punt (p, sinp)  ligt op de grafiek van sinx  dus de helling in dat punt is de afgeleide van sinx en dat is cosx .

Die helling bij x = p is dus cosp

Maar volgens de stelling hierboven heeft de grafiek van arcsinx in het punt  (sinp, p) dan de omgekeerde helling, dus  helling  1/cosp

       
Du gaan we proberen die 1/cosp uit te drukken in sinp (want dat is x). Da's gelukkig niet zo  moeilijk:
 
Conclusie:   als x = sindan is de helling van arcsin gelijk aan  1/(1 - sin2p) = 1/(1 - x2)