ARCTAN-formules voor p
In 1672 vond James Gregory de volgende reeksontwikkeling voor arctanx:

Voor de geïnteresseerden staat hier een bewijs/afleiding.
Deze formule geeft mogelijkheden om p te benaderen.
Het meest voor de hand liggend is te nemen  tan(1/4p) = 1 Þ  1/4p = arctan(1)
Stop dat in de formule hierboven en je hebt de Leibnitz-formule:

1/4p = 1 - 1/3 + 1/5 - 1/7 + 1/9 - ...

Nou is dit misschien wel een erg elegante formule, maar niet een erg efficiënte.
Kijk maar eens hoe langzaam dat gaat:

1 = 1,0000000000
1/3 = 0,3333333333
1/5 = 0,2000000000
1/7 = 0,1428571428
1/9 = 0,1111111111
1/11 = 0,0909090909
1/13 = 0,0769230769
De eerste decimale nul krijgen we pas bij de zesde term. Voor de tweede nul zijn al 50 termen nodig. Als we  in p in 7 decimalen willen hebben zullen we maar liefst 5 miljoen termen moeten uitrekenen!
Een veel snellere benadering krijgen we als we gebruiken dat tan(1/6p) = 1/3Ö3
Dat geeft na invullen :

Kijk maar, dat gaat een stuk sneller:

1 = 1,0000000000
1/9 = 0,1111111111
1/45 = 0,0222222222
1/189 = 0,0052910052
1/729 = 0,0013717421
1/2673 = 0,0003741114
1/9477 = 0,0001055186

Na 10 termen begint het al met 6 nullen! Bij de Leibnitz-formule waren daar een half miljoen termen voor nodig. Alleen is er ook met deze formule een probleem, vooral toen er nog niet zulke snelle computers waren als nu. Het was nogal lastig om die wortels nauwkeurig te benaderen.
Zijn er misschien snelle formules zonder wortels te gebruiken?

Tuurlijk!

In 1706 kwam John Machin met de Machin-formule:

p/4 = arctan(1/5) - arctan(1/239)

Het getal 239 is zo groot dat er nooit veel termen nodig zijn om snel een boel nullen te krijgen. En de term 1/5 valt ook wel mee: het zijn allemaal machten van 5 in de noemer en dat rekent vrij makkelijk. Machin zelf berekende bijvoorbeeld met de hand al 100 decimalen van p. Kijk maar hoe snel er nullen komen:

arctan(1/5)
1/5 = 0,2000000000
1/375 = 0,0026666666
1/15625 = 0,0000640000
1/546875 = 0,0000018285
1/17578125 = 0,0000000568
1/537109375 = 0,0000000018
1/15869140625 = 0,00000000006
arctan(1/239)
1/239 = 0,0041810041
1/40955757 = 0,0000000244
1/3899056325995 = 0,0000000000002

Euler zou Euler niet zijn als hij ook niet een formule had.
In 1738 kwam hij met de volgende mooie Euler-formule:

p/4 = arctan(1/2) + arctan(1/3)

't Is helemaal elegant als je hem schrijft als  arctan(1/1) = arctan(1/2) + arctan(1/3) natuurlijk.

Laten we voortbouwen op de Euler-formule. Let eens op het volgende patroon; het moet je bekend voorkomen:

arctan(1)
arctan(1/3)
arctan(1/8)
arctan(1/21)
.......
= arctan(1/2) + arctan(1/3)
= arctan(1/5) + arctan(1/8)
 = arctan(1/13) + arctan(1/21)
= arctan(1/34) + arctan(1/55)

Nee maar! Daar zijn de Fibonacci-getallen!
 
 Er zijn ineens oneindig veel formules voor p met behulp van de Fibonacci-getallen. Dat ziet er zó uit:

p/4 = arctan(1)
= arctan(1/2) + arctan(1/3)
= arctan(1/2) + arctan(1/5) +arctan(1/8)
= arctan(1/2) + arctan(1/5) + arctan(1/13) + arctan(1/21)
=  arctan(1/2) + arctan(1/5) + arctan(1/13) + arctan(1/34) + arctan(1/55)
= ....