OPGAVEN
 
   
1. Hieronder staan de grafieken van  y = x2  en  y = x0,5  en  y = -2 • x0,5  en  y = 2 • x-0,5  
Leg zonder berekeningen te maken uit welke grafiek bij welke formule hoort.
   
 

   
2. Hiernaast staat de grafiek van  y = 0,8 • xn 
Bereken welke n er bij deze grafiek hoort.

OPLOSSING
1. in volgorde: 
y
= x2 ,  daarna  y = -2 • x0,5  daarna   y = 2 • x-0,5  en tenslotte y = x0,5
   
2. Lees zo goed mogelijk een punt af, bijvoorbeeld  (2.5, 3)
Invullen in de gegeven formule geeft  3 = 0,8 • 2.5n
Zet in de GR  Y1 = 3  en  Y2 = 0.8 • 2,5X
Intersect geeft  X = 1,44
Het is dus de grafiek van (ongeveer)
 y = 0,8 • x1,44