Wat betreft de variabelen (dat zijn de "dingen" die je meet in een
onderzoek) zijn er drie soorten te onderscheiden:
1.
Nominaal.
De variabelen hebben een naam, maar
er is geen volgorde in aan te brengen.
voorbeeld: woonplaats, hobby, huisdier
2.
Ordinaal.
Er is wel een volgorde aan te brengen, maar de getallen stellen niet echt
iets voor.
voorbeeld: aantal sterren restaurant, enquête schaal 1 tm 5
3.
Kwantitatief.
De variabelen zijn echt uit te drukken in een getal, dat ook iets voorstelt.
In deze gevallen zijn er weer twee soorten getallen te onderscheiden:
a.
Discreet
Er zijn alleen gehele aantallen mogelijk
voorbeeld: aantal ongelukken,
b.
Continu
Alle tussenliggende waarden zijn ook (in principe) mogelijk
voorbeeld: gewicht, lengte