Als een lijn een vierkant in twee vierhoeken verdeelt moet hij van een zijde naar de tegenoverliggende zijde lopen (anders krijg je een driehoek en een vijfhoek.
Zo'n lijn verdeelt het vierkant dan in twee trapeziums AQPD en BQPC

Die trapeziums hebben gelijk hoogte dus de verhouding van hun oppervlaktes is gelijk aan de verhouding van hun middellijnen.
Dus  M1S : M2S = 2 : 3  (of  3 : 2)

Er zijn twee zulke punten S op de middellijn M1M2 te vinden. En ook nog twee op de andere middellijn  M3M4.
Er moeten negen lijnen worden getekend, en ze moeten door één van vier mogelijke S-punten, dus moeten er minstens drie door één van die punten.