Tja, hoe doen die flessen dat?
Omdat DA = DC = DB liggen de punten A, B en C op een cirkel met middelpunt D.
Stel dat het ons lukt te bewijzen dat AD en AC evenwijdig zijn.
Dan liggen A, D en C dus op één lijn.
Dus is AC een middellijn van de cirkel.
Maar dan is hoek ABC een rechte hoek (stelling van Thales)
Omdat AB exact verticaal loopt  (A en B even ver van de wand van het wijnrek) zal dan BC exact horizontaal lopen.

Blijft over te bewijzen dat AD en DC evenwijdig zijn.... 

Daarvoor gaan we naar de andere hoek van het wijnrek:

In de rechter onderhoek geldt de "ideale situatie"  al wel.
We weten dat EF exact horizontaal loopt en GF exact verticaal. Dus is GF de middellijn van de cirkel met middelpunt H die door E, G en F gaat.

Daarom is EG een rechte lijn dus  EH en EG zijn evenwijdig.

Kunnen we deze evenwijdigheid onderin overbrengen naar evenwijdigheid bovenin?

Jazeker.

Laten we wat meer verbindingslijnen tussen middelpunten tekenen.

Alle lijnstukken in deze figuur zijn even lang (tweemaal de straal van een cirkel)
Dus alle vierhoeken zijn parallellogrammen.
Dus zijn alle zijden twee aan twee evenwijdig.

Bijvoorbeeld is EH evenwijdig aan IJ en aan AD
En ook is HG evenwijdig aan JK en aan CD.

De evenwijdigheid vanAH en HG wordt op deze manier via parallellogrammen overgebracht naar evenwijdigheid van AD en DC.
Dus liggen A, D en C op één lijn, en is hoek ABC recht.
Dus is BC horizontaal.

Op exact dezelfde manier volgt uiteraard dat  LC horizontaal is.