De Grote Loterij
De grote loterij duurt maar liefst tien dagen.
De eerste dag is het nog simpel: er staat een vaas met twee verschillende knikkers, die er uit gehaald gaan worden.
Iedereen die de volgorde goed voorspelt krijgt een goudstaaf.
Maar de tweede dag zitten er drie verschillende knikkers in de vaas. Om nu de prijs te krijgen moet je de volgorde van die drie knikkers goed voorspellen. Dat is natuurlijk moeilijker, maar de prijs is dan ook groter: twee goudstaven.
De derde dag zijn er vier knikkers en is de prijs 3 goudstaven.
Dat gaat zo maar door.
Dus op de tiende en laatste dag zijn er 11 knikkers en is de prijs maar liefst 10 goudstaven.

"Grappig," zegt een wiskundige, "Het bedrag dat je verwacht te winnen als je elke dag meedoet kun je schrijven met vier enen!"

Hoe deed hij dat?