| 1. |
|
|||||||||
| ?? = (3600 • 14)/42 = 1200 cent = 12 euro | ||||||||||
| 2. |
|
| ?? = 1023 • 18000000/2023 = 9102323 = 9102000 | |
 |
|
| 1. |
|
|||||||||
| ?? = (3600 • 14)/42 = 1200 cent = 12 euro | ||||||||||
| 2. |
|
| ?? = 1023 • 18000000/2023 = 9102323 = 9102000 | |
|
|
| Verhoudingstabellen | |
|
Verhoudingstabellen gebruik je steeds als
"dingen" van elkaar afhangen, en even snel groter of kleiner worden.
Dus als het ware "gelijk op gaan". De beroemdste voorbeelden zijn: |
|
| · | de afstand en de tijd bij een bepaalde snelheid. |
| · | de werkelijke hoeveelheid en het percentage. |
| · | "per" in tabellen (zoals bijv. het aantal inwoners per km2) |
| In zo'n geval maak je daarvan een tabel. Als je dan van zo'n tabel 3 van de 4 getallen op de hoekpunten van een rechthoek weet dan kun je de vierde berekenen. Dat ziet er zó uit: | |
|
|
|
| Dat vraagteken kun je dan berekenen door ? = (36 × 14)/25 = 20,16 | |
|
Voorbeeld. In een land wonen 14,6 inwoners per km. Als er in totaal 150.000.000 mensen wonen hoe groot is de oppervlakte dan? |
|
|
|
|
| ? = 150000000 · 1 /14,6 = 10273973 km2 | |
