| Frequentiepolygoon | |||||||||||||
| Op de
verticale as zet je de frequenties, op de horizontale as de meetwaarden,
en vervolgens verbind je de punten door rechte lijnstukjes met elkaar. Je
krijgt dus géén vloeiende grafiek, maar een serie hoekige lijntjes (poly
= veel, goon = hoek). (Eigenlijk is het niets anders dan de midden van de bovenkanten van de staven in een staafdiagram met elkaar verbinden) Denk erom: |
|||||||||||||
| • | bij een klassenindeling moeten de punten bij het klassenmidden staan. | ||||||||||||
| • | de frequenties kunnen absoluut of relatief (procenten) zijn. | ||||||||||||
| Voorbeeld | |||||||||||||
| Teken een relatief frequentiepolygoon van deze frequentieverdeling: | |||||||||||||
|
|||||||||||||
| er zijn 65 metingen gedaan, dus
de procenten worden (afgerond): 8% - 11% - 31% - 38% - 12%. De klassenmiddens zijn 23, 29, 35, 41, 47. En dat geeft het volgende: |
|||||||||||||
|
|
|||||||||||||
| Voor de experts | |||||||||||||
| Wiskundigen
vinden het erg prettig als de totale oppervlakte onder een figuur gelijk
is aan 100%. Bij een histogram bijvoorbeeld is het mooi als de oppervlakte
van alle staven samen gelijk is aan 100%. Bij een frequentiepolygoon kun je dat ook bereiken door de laatste twee punten naar de x-as te tekenen. Doe alsof er een klasse met dezelfde breedte als de laatste klasse en met frequentie NUL naast ligt. Het bovenstaande frequentiepolygoon zou dan zó worden (histogram is er dun bij in getekend): |
|||||||||||||
|
|
|||||||||||||
