© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

       
1. stel dat de nummers p + 1 tot en met p + n  missen
dat zijn  n  nummers.
de som daarvan is  S = 0,5 • n • (p + 1 + p + n)  = 0,5n • (2p + n + 1) = 338

2p + n + 1 = 676/n
2p = 676/n - n - 1
p
= 338/n - 0,5n - 0,5

Y1 = 338/X - 0,5X - 0,5
kijk in TABLE wanneer dat een geheel getal oplevert.

n
= 1  en p = 337,  dus pagina  338 mist
n = 4  en  p = 82,  dus de pagina's  83 - 84 - 85 - 86  missen
n = 13 en p  = 19  dus de pagina's  20-21-22-23-24-25-26-27-28-29-30-31-32   missen

meer mogelijkheden zijn er niet.
       
2. Het meest aantal kaartjes ZONDER 30 dezelfden is:

1×  nr 1
2
×  nr 2
3
×  nr 3
....
28
×  nr 28

29×  nr 29
29
×  nr 30
29
×  nr 31
...
29
×  nr 100

Dat zijn in totaal 1 + 2 + 3 + ... + 28  +  29 • 72 kaartjes
Dat is  0,5 • 28 • (1 + 28) + 2088  = 2494 kaartjes

Voor minstens 30 dezelfden moet je er dus  minimaal  2495 kaartjes uithalen.
       
3. a. vn = un + 1 - un = 3(n + 1)2 + 4(n + 1) + 5 -  (3n2 + 4n + 5)
=  3(n2  + 2n + 1) + 4n + 4 + 5 - 3n2 - 4n - 5
= 6n + 7

vn-1 = un - un-1 =  3n2 + 4n + 5 -  (3 (n - 1)2 + 4(n - 1) + 5)
= 3n2 + 4n + 5 - (3(n2 - 2n + 1) + 4n - 4 + 5)
= 3n2 + 4n + 5 - (3n2 - 2n  + 4)
= 6n + 1

vn - vn - 1 =  (6n + 7) - (6n + 1) = 6
Dat is constant dus is vn een rekenkundige rij.
       
  b. vn = vn - 1 + 6  (zie vraag a)   en  v1 = u2 - u1 = (3 • 22 + 4 • 2 + 5)  - (3 • 12 + 4 • 1 + 5) =  13
vn  is de rij   13 - 19 - 25 - 31 - 37 - ....
vn = 6n + 7

v699 = 6 • 699 + 7 = 4201
S699 = 0,5 • 699 • (13 + 4201) = 1472793

v100 = 6 • 100 + 7 = 607
S100 = 0,5 • 100 • (13 + 607) = 31000

Tussen 100 en 700 is de som dan  1472793 - 31000 = 1441793
       
4. a. 1 + 3 + 5 + ... + 99  is een rekenkundige rij. van 50 termen
De som daarvan is  0,5 • 50 • (1 + 99) =  2500
De afmetingen van de rechthoek zijn 99 bij 98, dus de oppervlakte is 99 • 98 = 9702.
Dan wordt  2500/9702 ste deel bedekt  (ongeveer 26%)
       
  b. 2 - 4 - 6 - 8 - ... - n  is een rekenkundige rij  en daar staan  0,5n termen

De som is  0,5 • 0,5n • (2 + n)  = 0,25n(n + 2)  en dat is dus ook de oppervlakte van de stroken
De rechthoek heeft oppervlakte  n(n - 1)
    V =   0,25n(n + 2) / (n(n - 1))  =  0,25(n + 2)/(n - 1)  = (n + 2)/4(n - 1)  =  (n + 2)/(4n - 4)
       
5. 1 • 3 + 2 • 3 + ... + 333333 • 3
= (1 + 2 + ... + 333333) • 3
=  333333 • 333334 • 0,5 • 3 = 166666833333
       

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)