© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

       
1. Zie de grafiek hiernaast.
Tussen beide blauwe lijnen zijn er drie snijpunten en dus drie oplossingen.
Het is dus zaak het maximum en het minimum van de grafiek te vinden.

Daar is de afgeleide nul.
f '(x) = 3x2 - 6  = 0
3x2 = 6
x2 = 2
x = √2  of  x = -√2.

   
  x = √2 geeft  y = x3 - 6x + 8 = (√2)3 - 6√2 + 8 =  2√2 - 6√2 + 8 = 8 - 4√2 = 2,343
x = -√2 geeft  yx3 - 6x + 8 = (-√2)3 + 6√2 + 8 =  -2√2 + 6√2 + 8 = 8 + 4√2 = 13,657

Voor p tussen  2,343 en 13,657 zijn er drie snijpunten dus 3 oplossingen.
       
2. Zie de figuur hiernaast.
Er zijn twee oplossingen zolang de y-coördinaat maar niet tussen de beide blauwe lijnen ligt.

Het is dus zaak het maximum en het minimum van de grafiek te vinden.

Daar is de afgeleide nul.
f '(x) = 2 - 1/x2 = 0
1/x2 = 2
x2 = 1/2
x = √1/2 = 0,707  ∨  x = -√1/2 = -0,707.

       
  x = 0,707 geeft  y =  8,828
x = -0,707 geeft  y = 3,172

Er zijn twee oplossingen voor p > 8,828  en p < 3,172
       
3. (x² - 8)/(4x + 4) = p
x
2 - 8 = p(4x + 4)
x
2 - 4px - 8 - 4p = 0
x2 - 4px - (8 + 4p) = 0
De twee oplossingen vind je met de ABC-formule:    x = (4p ±
(16p² + 4 • 1 • (8 + 4p))/2
x = 2p ±  1/2
(16p2 + 4(8 + 4p))
De afstand tussen die twee punten is  
(16p2 + 4(8 + 4p)) = 8
16p2 + 4(8 + 4p) = 64
16p2 + 16p - 32 = 0
p2 + p - 2 = 0
(p - 1)(p + 2) = 0
p = 1 
   p = -2
       
4. a. f(x) = 0
3√(x3 + 3x2 + 2x) = 0
x3 + 3x2 + 2 = 0
x(x2 + 3x + 2) = 0
x(x + 2)(x + 1) = 0
x = 0  ∨ x = -2  ∨  x = -1
       
  b. De waarde van p moet tussen het maximum en het minimum van de grafiek liggen.
Dat kan met de GR m,et de optie calc - maximum/minimum of algebraïsch zó:

f '(x) = 0
1/3 • (x3 + 3x2 + 2x)-2/3 • (3x2 + 6x + 2) = 0
3x2 + 6x + 2 = 0
ABC-formule:  x = (-6 ±√12)/6
x = -
0,42   x = -1,58

y =  0,727   y = -0,727 
Dus  -0,727 < p < 0,727
       

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)