© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

Grotere verhoudingsschemas's
 
Tot nu toe zagen we steeds verhoudingsschema's waarbij er twee dingen met elkaar vergeleken werden. Maar het kan ook met meerdere dingen tegelijk. Dan maak je gewoon een grotere tabel.
Neem het volgende voorbeeld:

Een auto rijdt 1 op 24 en 1 liter benzine kost 1,78 en de auto rijdt 23000 km per jaar. Hoe groot zijn de brandstofkosten gemiddeld per maand?

Dit ziet er uit als een ingewikkeld probleem.  Zoveel dingen waar je tegelijk rekening mee moet houden.......
totdat je die dingen in een verhoudingsschema zet. Kijk maar:
We hebben te maken met  liters benzine, kilometers, maanden en euro's
Dat zijn maar liefst VIER dingen, dus ik zou beginnen de volgende tabel te maken:
 
liters benzine      
kilometers      
maanden      
euro's      
       
En nu gaan we langzaamaan alle gegevens uit de tekst "vertalen" naar getallen in onze tabel.
gegeven 1:  de auto rijdt 1 op 24. dat betekent : bij 1 liter benzine hoort 24 kilometer. INVULLEN maar:
       
liters benzine 1      
kilometers 24      
maanden        
euro's        
       
gegeven 2: 1 liter benzine kost 1,78 :  INVULLEN maar:
       
liters benzine 1 1    
kilometers 24      
maanden        
euro's   1,78    
       
gegeven 3:  de auto rijdt 23000 km per jaar. Laten we maanden kiezen als tijdseenheid (we willen straks de kosten per maand weten)
       
liters benzine 1 1    
kilometers 24   23000  
maanden     12  
euro's   1,78    
       
We willen tenslotte de kosten per maand weten, dus dat geeft:
       
liters benzine 1 1    
kilometers 24   23000  
maanden     12 1
euro's   1,78   ??
       
En nou komt het mooie:  zodra je ergens in deze tabel een rechthoek vindt waarvan je drie van de vier hoekpunten weet, kun je het vierde getal berekenen op de verhoudingstabel-manier! Hier zijn een paar voorbeelden:
       
Uit de vier cellen op de hoekpunten van de rechthoek kun je het vraagteken berekenen: 
? =  (1 ´ 23000)/24 =  958,33
(bij 23000 km hoort 958,33 liter)
 
       
De rechthoek met de vier blauwe cellen geeft weer een vraagteken dat te berekenen is:
? = (24 ´ 12)/23000 = 0,0125
(bij 24 km hoort  0,0125 maand)

       
Nou, zo ga je gewoon net zolang door met de tabel invullen door totdat je die cel met de twee vraagtekens weet!
Doe dat een beetje met overleg, en je bent zó klaar, bijvoorbeeld:
       

       
(die eerste groene stap had je ook zonder berekening kunnen doen: beide maanden horen immers bij 1 liter).
Na die paarse stap hebben we een antwoord:  de brandstofkosten per maand zijn gemiddeld   142,15
       



   
1. Van twee scooters zijn de volgende gegevens bekend:
       
  scooter Venetië
    verzekering per maand
onderhoud en afschrijving per kilometer
benzineverbruik 1 liter op 32 kilometer.
28,50
0,08
       
  scooter Parma
    verzekering per maand
onderhoud en afschrijving per kilometer
benzineverbruik 1 liter op 38 kilometer.
32,50
0,10
       
  Pim is van plan één van deze twee scooters te kopen. Hij kiest voor de scooter met de minste kosten. Om dit te kunnen berekenen beschikt Pim over de volgende informatie:
    Pim gaat ervan uit dat hij 21 dagen per maand naar school gaat.
De enkele afstand naar school is 10 km.
Pim rijdt per maand acht keer een afstand van 30 kilometer (= retour) naar zijn werk.
Pim denkt maandelijks 140 kilometer te rijden in zijn vrije tijd.
Een liter benzine kost 1,60.
       
  Bereken welk model scooter voor Pim het voordeligst is.

Venetië
132,50 - 146,18.

 





2. Bij het glazenwassers bedrijf  "Ruim Zicht"  rijden drie ploegen glazenwassers in auto's van het zelfde merk. Deze auto's rijden 1 liter diesel op 11 kilometer. Gemiddeld rijdt een ploeg glazenwassers 125 km per dag. Voor de glazenwassers bestaat een week uit vijf werkdagen.
Wat is het bedrijf per week kwijt aan diesel als de dieselprijs  1,437 per liter is?  Rond af op euro's.
       

82,-

 
 





3. De vader van Rob is gestopt met roken.
Hij rookte gemiddeld 15 sigaretten per dag.

Hoeveel euro betaalde hij per jaar aan sigaretten?

     

prijs per pakje4,60
aantal sigaretten per pakje:  19

1325,53

 
 





4. Marieke ligt in het ziekenhuis en krijgt via een infuus medicijnen toegediend.
De snelheid wordt ingesteld op het aantal druppels per minuut.

Er zitten 20 druppels in een ml
in 3 uur moet zij 198 ml toegediend krijgen

Op welk aantal druppels per minuut moet het infuus worden ingesteld?

       

22

 
 





5. Je wilt een auto kopen. Er zijn vier auto's die aan je wensen voldoen. Alle vier rijden ze op diesel dat gemiddeld  1,15 per liter kost. Per jaar rijd je ongeveer 40.000 km.
       
 
       
 
Welke auto heeft de laagste kosten per jaar?
       
 
A Volkswagen Golf
B Ford Focus
C Peugeot 306
D Opel Astra
 
       

A: 3995,-

 
 





6.

       
  De dierenarts schrijft voor een hond van 12,5 kg  een kuur amoxicilline voor van 6 dagen
Hoeveel tabletten zijn dit?

15

 





7. Om een pak van 1,5 liter appelsap te maken heeft men 3,5 kg appels nodig.
Afgelopen jaar verwerkte een fabrikant 644 ton appels tot appelsap.
De appelsap leverde de fabrikant een opbrengst van 0,45 per liter op.

Wat is de totale opbrengst van afgelopen jaar voor de appelsapfabrikant?
       

124200

 
 





       

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)