|
|
|
|
1. |
De volgende figuur
geeft informatie over het wereldrecord op de 100 m sprint. Je
ziet hoe het wereld record tussen 1964 en 2009 is verbeterd. |
|
|
|
|
|
 |
|
|
|
|
|
a. |
Wat
betekenen de blauwe stippen? Wat is de reden dat ze niet met
elkaar verbonden zijn? |
|
|
|
|
|
b. |
Wat is de
betekenis van de rode stippellijn? |
|
|
|
|
|
c. |
Op hoeveel
seconden stond het wereldrecord in 1997? |
|
|
|
|
|
d. |
In welk
jaar vond de grootste verbetering van het wereldrecord plaats? |
|
|
|
|
2. |
Er bestaan
diverse soorten platvissen, bijvoorbeeld schollen en tongen. In
de afbeelding hiernaast zie je een schol. In de Beringzee is het
onderzoekers van het Alaska Fisheries Science Center gelukt de
groei en ontwikkeling van vrouwelijke schollen over een lange
periode te volgen. Deze schollen kunnen maar liefst 30 jaar oud
worden.
Hieronder staan twee grafieken met informatie over deze schollen |
 |
|
|
|
|
|
 |
|
|
|
|
|
In de
linkerfiguur zie je het verband tussen de lengte en het gewicht.
In de rechterfiguur zie je het verband tussen de leeftijd en de
lengte.
Door deze twee grafieken te combineren is te achterhalen wat het
gewicht (in gram) is van een vrouwtjesschol als je de leeftijd
kent.
Wat is het gewicht van een vrouwtjesschol van 14 jaar oud? |
|
|
|
|
|
|
a. 850
b. 1000
c. 1400
d. meer dan 1400 |
|
|
|
|
|
3. |
De
goudprijs is flink gestegen. Dat kun je in onderstaande grafiek
zien. Daar staat voor de jaren 2001 tot en met 2010 de goudprijs
in dollar per gram op 1 januari weergegeven. |
|
|
|
|
|
 |
|
|
|
|
|
In welk
jaar is de goudprijs per gram 4 dollar gestegen? |
|
|
|
|
4. |
Hieronder zie je een
grafiek die de resultaten van de Eredivisie en de Jupiler League
voor een aantal jaren weergeeft. |
|
|
|
|
|
 |
|
|
|
|
|
Hoeveel is het netto
resultaat in het seizoen 2008/2009 ten opzichte van het seizoen
ervoor voor Eredivisie en Jupiler League samen veranderd? |
|
|
|
|
5. |
Jan is 1,90 m lang en
weegt 99 kg.
Hoeveel kg moet Jan minstens afvallen om in de categorie
'normaal gewicht' te komen? |
 |
|
|
|
|
6. |
Als van een artikel de
prijs lager wordt, worden er meer van verkocht.
Ook de omzet (hoeveel geld kosten alle verkochte artikelen
samen) kan dan veranderen.
In de grafiek is de omzet weergegeven bij verschillende
aantallen verkochte artikelen.
Wat is de prijs van één artikel als de omzet
€200.000,- is? |
 |
|
|
|
|
|
|
|
|