© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

Boek I, propositie 31.
       

Je kunt door een gegeven punt een lijn parallel aan een andere gegeven  lijn tekenen

       
Neem een punt P en een lijn l

Kies een willekeurig punt Q op l en teken PQ.   (P1)

Construeer nu de hoek bij P gelijk aan de gegeven rode hoek. (I-23)

Dat geeft een lijn m die parallel aan l is.  (I-27)

       
       

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)