De vorige vier lessen hebben we
alles wat er zo'n beetje over het oplossen van kwadratische
vergelijkingen te zeggen is herhaald. Ik kan me voorstellen dat je misschien een beetje in de
war raakt door al die verschillende mogelijke oplossingsmethoden.
Daarom
is het de hoogste tijd voor een overzicht.
Dat ziet er uit als hieronder
(het staat stap voor stap ook in de powerpoint hiernaast) .
Het wijst zichzelf wel denk ik.
Onder het schema staat van elke soort (elk nummer uit het schema) nog
een voorbeeldje
Voorbeelden
bij de nummers:
1.
18 - 2(x
- 1)2
= 10
-2(x - 1)2 = -8
2(x - 1)2 = 8
(x - 1)2 = 4 x - 1 = 2 ∨ x
- 1 = -2
(denk om ±√ ) x = 3 ∨ x =
-1