| 1. | Bereken algebraïsch het snijpunt van y = 5x + 2 en y = 3x - 8 |
| 2. | Bereken algebraïsch het snijpunt van y = 4x - 20 en 2x + 5y = 10 |
 |
|
| OPLOSSING | |
| 1. | 5x + 2 = 3x - 8 Þ 5x - 3x = -8 - 2 Þ 2x = -10 Þ x = -5 Þ y = 5 • -5 + 2 = -23 dus (-5, -23) |
| 2. | 2x + 5y =
10 5y = 10 - 2x y = 2 - 0,4x 2 - 0,4x = 4x - 20 Þ -0,4x- 4x = -20 - 2 Þ -4,4x = -22 Þ x = 5 Þ y = 2 - 0,4 • 5 = 0 dus (5,0) |
 |
|
| Snijpunten. | |
|
STAP 1. Het snijpunt van twee lijnen vind je door de formules achter elkaar te schrijven (aan elkaar gelijk te stellen) waarbij je "y =" uiteraard weglaat. Voorbeeld: Het snijpunt van y = 2x + 8 en y = 5 - 4x vind je door te stellen: 2x + 8 = 5 - 4x STAP 2. Vervolgens komt er wat algebra aan te pas, waarmee je er voor zorgt dat er x = ... uitkomt. Die x is dan automatisch de x van het snijpunt! Voorbeeld (vervolg) 2x + 8 = 5 - 4x Þ 2x + 4x = 5 - 8 Þ 6x = -3 Þ x = -0,5 STAP 3. Tenslotte moet je nog de y van het snijpunt berekenen. Dat doe je door de gevonden x in te vullen in één van beide oorspronkelijk formules. Voorbeeld (vervolg) x = -0,5 Þ y = 2x + 8 = 2 • -0,5 + 8 = -1 + 8 = 7 Het snijpunt is dus (-0.5, 7) |
|
|
OPMERKING |
|
| • | Als de lijnen niet in de vorm y = .... zijn gegeven moet je eerst y vrijmaken. |
| • | Als er niet "algebraisch" of "exact" in de opgave staat mag stap 2 ook met de GR |